Bericht aan de bevolking (28) Woede als uitweg

Michel Laub
25.06.2020
Auteurstekst
Joao Tzanno Jv 84By5 Ara Unsplash

‘Social distancing’ is wat Corona-experts adviseren, ‘social nearness’ is wat we met onze literaire ontmoetingen beogen. Passa Porta wil het contact met lezers en schrijvers niet verliezen en vraagt auteurs uit binnen- en buitenland om een persoonlijk ‘Bericht aan de bevolking’ vanuit hun schrijfkamer.

Nu het coronavirus bijzonder hard toeslaat in Latijns-Amerika , vroegen we een reactie aan de Braziliaanse auteur Michel Laub (1973). Tijdens zijn residentie in Passa Porta in de herfst van 2018 sprak hij nog met Annelies Beck over zijn jongste roman Het Donderdagtribunaal (vert. Harrie Lemmens), over de toen pasverkozen president Jair Bolsonaro en over de toestand in zijn land.


-

Van 1989 tot 1997 verbleef Salman Rushdie op diverse tijdelijke onderduikadressen omdat zijn roman De satanische verzen hem op een islamitisch doodvonnis was komen te staan wegens blasfemie. In zijn boek Joseph Anton, waarin hij terugblikt op die periode, probeert hij aan de hand van de Argentijnse pampa (een deels aan Jorge Luis Borges ontleend beeld) aan te geven wat het betekent om opgesloten te leven:

‘Die vlakte wekt bij iemand die op de grond staat of op een paard zit helemaal niet de indruk van weidsheid, aangezien zijn blik niet verder reikt dan hooguit vijf kilometer. Met andere woorden, de weidsheid ligt niet in wat een foto kan vastleggen maar in het voorstellingsvermogen van de reiziger als hij denkt aan de dagen die achter hem liggen en de vele dagen die hij nog moet lopen.’

Leert dit fragment ons iets over wat wij nu, in 2020, meemaken? Misschien wel, voor zover je kunt abstraheren van het sanitaire en sociale drama dat we beleven. ‘De film Groundhog Day was nog niet uit, maar toen Joseph Anton die zag,’ schrijft Rushdie in de derde persoon over zichzelf, ‘identificeerde hij zich in sterke mate met de hoofdpersoon, gespeeld door Bill Murray. De illusie van verandering viel volledig in duigen bij de vaststelling dat er niets veranderd was, de teleurstelling wiste de hoop uit, het slechte nieuws het goede. De cycli van zijn leven herhaalden zich onophoudelijk. Als hij geweten had dat hij nog jaren van afzondering voor zich had, tot ver voorbij de horizon, was hij krankzinnig geworden.’

Bij het hier en nu blijven: dat is de kostbaarste les die je eruit kunt trekken. Niet verder kijken dan de ‘rand van de aarde,’ zoals Rushdie zegt, en ‘het oneindige laten voor wat het is.’ Je vastklampen aan de kleine dingen van het leven die je nog zelf kunt bepalen is iets wat telkens terugkeert in boeken over oorlog, staatsterreur en epidemieën. Onder die noemer zou je de ervaringen bijeen kunnen brengen van mensen uit landen waar het coronavirus met behulp van wetenschap en solidariteit beheersbaar werd gemaakt, zoals Nieuw-Zeeland, en mensen uit landen waar het tegenovergestelde gebeurt – zoals helaas het geval is in Brazilië, waar ik woon. Het verschil, eveneens treurig genoeg, is het soort kleine dingen waar wij ons hier aan vast moeten klampen.

Onlangs vatte de Braziliaanse schrijver en plastisch kunstenaar Nuno Ramos het probleem als volgt samen: ‘Eén gevoel vergezelt mij overal waar ik kom in de doolhof van mijn huis: woede. Ik ben doodop van woede.’

De ‘naturalisering van het absurde’ die het leven in Brazilië de laatste jaren bepaald heeft, culminerend in de verkiezing tot president van een verachtelijk type dat al dertig jaar de dood als politieke methode verdedigt – wat corona uiterst sinister letterlijk heeft laten zien –, is ten slotte doorgedrongen tot ons ‘diepste zelf’.

Ramos voegt daaraan toe: ‘Ik voel dit alles in mijn lijf, niet in mijn geest’.

Ja: elke uitweg uit de Braziliaanse crisis zal een verlaging van het beschavingsniveau inhouden en schade aanrichten aan ieders lichamelijke en geestelijke gezondheid. Alleen al het feit dat de discussie uitgaat van het bestaan van een president als Jair Bolsonaro is een ziekte op zich – die man heeft het soort macht en vermogen om alles wat subtiel en verfijnd om hem heen is klein en onbeduidend te laten lijken. Wat moet je nou doen als je denkt aan de vijftigduizend doden die het virus heeft opgeëist op de dag in juni dat ik dit schrijf, een aantal dat voor een groot deel te wijten is aan de misdadige nalatigheid van de regering? Naar Netflix kijken om de tijd te doden? Naar muziek luisteren, de wc schoonmaken?

Als we gebukt gaan onder woede, laten we die dan beheersbaar maken. Of in elk geval de energie van onze boosheid en verontwaardiging.

Dat is precies wat Rushdie deed: hij klampte zich vast aan het protesteren tegen westerse landen die zich niet duidelijk uitspraken, tegen de onmenselijke sleur die hem werd opgelegd door de Britse instanties en tegen andere schrijvers die niet voldoende stelling namen. Wat wij innerlijk voelen kan ook een publieke zaak zijn, een politieke strijd. Terwijl we als individu machteloos zijn kunnen we gezamenlijk wellicht het ongezonde en krankzinnige proces om ons heen afremmen – ten tijde van Rushdie in onderduikadressen overal ter wereld, vandaag de dag thuis in São Paulo.

De twijfel verdiepen

In de herfst van 2018 verbleef ik in de schrijversresidentie van Passa Porta in Brussel. Dat was exact de periode waarin Brazilië zijn lot bezegelde door Bolsonaro te kiezen. Ik begon toen een roman te schrijven die ik net voltooid heb en die gaat over de diepe wortels van de politieke verdeeldheid die op dit moment zo kenmerkend is voor de samenleving in mijn land. Bolsonaro’s verkiezing en ook corona komen niet voor in het boek, maar het is onvermijdelijk dat er door de onderhuidse manier waarop literatuur zich altijd uitdrukt aan het eind van het schrijfproces een macaber voorgevoel overblijft.

Een van de dilemma’s waar een schrijver vandaag de dag voor staat is de vraag hoe je de artistieke complexiteit kunt handhaven als de werkelijkheid een directe morele stellingname van je verlangt, die bijna onmiskenbaar is omdat het kwaad dat bestreden moet worden zo onmiskenbaar is. Mijn antwoord was niet weg te lopen voor die twijfel maar hem te verdiepen. Oftewel, bij het spreken over barbaarsheid gebruiken wat het tegendeel is van die barbaarsheid: in plaats van versimpeling een veelvoud aan betekenissen, in plaats van letterlijkheid ironie, in plaats van loze kreten genuanceerdheid en praten. Iets anders doen dan dat zou, althans in mijn beleving, afzien betekenen van wat ik als de grote wapens en wonderen van literatuur zie. Die vrijheid werd hoop ik ditmaal nog niet vernietigd door de naturalisering van het absurde.


Michel Laub, São Paulo, juni 2020
Vertaald uit het Portugees door Harrie Lemmens

Lees ook: ‘Aftastend schrijven: Michel Laub’ door zijn Nederlandse vertaler.


.

 
Michel Laub
25.06.2020