Zowel de boog, de pijl, als het doelwit. Over Natalie Clifford Barney
Fleur Pierets is een van de gasten in de derde editie van de Dead Ladies Show, een initiatief van Gaea Schoeters en Passa Porta. Hieronder lees je wat haar ertoe drijft haar licht te doen schijnen over het leven en werk van de haast vergeten Amerikaanse schrijfster Natalie Clifford Barney.
Beeld je in. Het is zomer. We staan in de tuin van een schitterende villa in Parijs. Een riante tuin, vol bloemen en met de geur van jasmijn in de lucht. In het midden van de tuin staan acht vrouwen. Hun tunieken losjes over de schouders, het licht van de zon toont hun vormen. Een van hen maakt muziek en ze bewegen, dansen, rustig om elkaar heen. Een vinger haakt achter de dunne stof en de jurken vallen om hun enkels. Ze kussen, likken, bijten zachtjes en al snel plooien de lijven zich tegen, om, en in elkaar.
Dit is geen beginscène uit een pornofilm, noch een mannelijke, lesbische fantasie. Hoewel. Er is één man in de buurt. De buurman bekijkt het tafereel van achter de haag die de tuinen van elkaar scheiden. Geschokt belt hij de politie. De vrouwen worden uit het huis gezet. Een van hen is Natalie Clifford Barney. Een dichter en prozaschrijver die openlijk als lesbienne leefde in een Victoriaanse tijd waarin het gedrag van vrouwen strikt werd ingeperkt.
Natalie werd geboren op 31 oktober 1876 als telg van een zeer gefortuneerde familie in Dayton, Ohio. Een dag die we nu gewoon Halloween noemen, maar die in het negentiende-eeuwse Amerika bol stond van de complexiteit en contradictie. 31 oktober was tegelijk Heilige Avond en Heksensabbat. Het ene representeerde het goede, het andere was onheilig en symboliseerde het kwaad. Natalie, die zich hierdoor als een ‘dubbel wezen’ beschouwde, was verheugd dat ze als het ware door een morele en spirituele vormfout het leven was ingerold. Die wetenschap maakte haar tot een onbeschaamde en vrije geest, een van de fascinerendste en excentriekste vrouwen van de twintigste eeuw, en de eerste vrouwelijke dichter sinds Sappho die openlijk over de vrouwenliefde schreef.
In Parijs bezoek ik haar huis. De stad waar ze in 1902 naartoe verhuisde omdat het in die tijd een van de weinige plaatsen op aarde was waar je als een openlijke lesbienne kon leven zonder vervolgd te worden. Daar, in de Rue Jacob nummer 20, leidde Natalie haar vrijdagse salons. Een huis met twee verdiepingen en een grote, overgroeide tuin met een Dorische ‘Temple de l’Amitié’.
Het was in deze vriendschapstempel dat vrouwen — van Isadora Duncan tot Sarah Bernhardt — geïnspireerd door prerafaëlitische schoonheid, heidense dansen uitvoerden. Anderen reciteerden lesbische poëzie en glipten aan het eind van de dag weg naar de slaapkamers. Een anekdote vertelt ons hoe Mata Hari naakt in de tuin danste en graag eens op een olifant wilde rijden. Het idee werd geweigerd door Natalie, die zei:
In de jaren twintig waren de vrijdagse salons in Parijs een instituut en een centrum voor sociaal vooruitstrevend denken geworden. Schrijvers en kunstenaars uit de hele wereld kamen er wekelijks bijeen om te praten over literatuur, kunst en muziek. Zelf schrijver, streefde Natalie naar een combinatie van vrouwelijke auteurs zoals Djuna Barnes en Colette, en mannelijke auteurs zoals Rainer Maria Rilke en Truman Capote. Iemand beschreef haar huis als ‘een plaats waar lesbische rendez-vous en afspraken met academici in een levendige, kruisbestuivende cognitieve dissonantie naast elkaar konden bestaan.’ Mensen zoals Edna St. Vincent Millay, T.S. Eliot, Janet Flanner, Peggy Guggenheim en Jean Cocteau zaten er vrolijk zij aan zij en aten van de beroemde chocoladecake van Madame Berthe, Natalie’s huishoudster die bakte voor tot wel honderd bezoekers.
Parijs werd ook het epicentrum van Natalies liefdesleven. Ze kreeg de bijnaam van ‘vrouwelijke Casanova’ en een van haar bekendste uitspraken was dat ‘een schandaal de beste manier was om overlast weg te werken.’ In haar geval sloeg de overlast op de heteroseksuele aandacht die ze kreeg van jonge mannen. Haar geflirt was eindeloos. Ze had een hekel aan monogamie, en wat haar recepties spannend maakten was de mogelijkheid dat ze — in de eindeloze stroom van nieuwe gezichten — er eentje zou vinden dat ze bijzonder interessant vond. Door onbeschaamd zichzelf te zijn werd ze een inspiratie voor veel vrije geesten. Zelf schreef ze hierover ‘Ik heb de ambitie zowel de boog, de pijl, als het doelwit te zijn.’
Haar opmerkelijkste romance was haar vijftig jaar durende, niet-monogame relatie met de schilder Romaine Brooks, waarbij ze fungeerde als muze voor veel van Brooks bekendste schilderijen. Maar haar veroveringsdrang bleef haar hele leven duren. In de brieven van Alice Toklas, vrouw van Gertrude Stein, is een passage te vinden waarin Alice schrijft over Natalies nieuwe liefde. Natalie was ondertussen al in de tachtig.
Honderden affaires heeft ze gehad, honderden salons heeft ze gehouden, en ik vind het opmerkelijk dat ze daarnaast nog aan werken toekwam. Maar ook als schrijver blies ze de lesbische literaire traditie nieuw leven in. Ze publiceerde in totaal vijf dichtbundels, twee boeken met essays, een roman en drie memoires, over onderwerpen als pacifisme, homoseksualiteit, feminisme en heidendom. Ze was vooral bekend om haar epigrammen, korte, geestige zinnen die tot het hart van een persoon of situatie sneden. Razendsnel gecomponeerd als reactie op een opmerking, werden haar kwinkslagen opgetekend op stukjes papier en uiteindelijk gecompileerd in drie boeken. Een zo’n epigram luidde:
Na een lang leven gewijd aan het schrijven en het ondersteunen van literatuur en kunst, stierf Natalie Barney op 96-jarige leeftijd in haar huis in de Rue Jacob. Voor haar dood schreef ze haar eigen grafschrift: ‘Ik ben dit legendarische wezen waarin ik opnieuw zal leven.’ Net als Oscar Wilde verhief ze haar leven tot kunstwerk. Ze bracht haar genialiteit ook tot uiting in haar dagelijkse bestaan en in haar vriendschappen. Ze weigerde zichzelf in te perken.
Daar, in Parijs, alleen in haar tuin, leg ik mijn hand op een van de zuilen van haar tempel en kan ik met zekerheid zeggen dat ik haar moed om helemaal jezelf te zijn voel overstromen.
Fleur Pierets, 2020
Illustratie: Natalie Clifford Barney geschilderd door haar moeder Alice Pike Barney (1896)
how nice that you were able to take the time for some literature
Perhaps you were moved or outraged, challenged or inspired. The online magazine allows us to introduce you to texts you might not expect. It also allows us to commission authors and translators and to pay them a decent fee for their work.
We make sure familiar voices get heard, but we also actively search for writers who are exploring unfamiliar territory or telling stories that get less attention. We find it important to give a platform to a wide range of literary makers, to shoulder them where necessary in the writing process and to pay them properly. Because we believe that all good and innovative voices need to be heard. You can help us to achieve this balance by supporting us financially. Your support goes straight to writers and translators.
Whether big or small, each contribution helps us to make sure that the authors get heard.
Many thanks in advance!
yes, I support literary makers