Avis à la population (19) Geestverruimende notities

Persis Bekkering
19.05.2020
Texte d’auteur
Alexander Popov R25 Q P Aue Y8 Unsplash

‘Social distancing’ is wat Corona-experts adviseren, ‘social nearness’ is wat we met onze literaire ontmoetingen beogen. Passa Porta wil het contact met lezers en schrijvers niet verliezen en vraagt een selectie auteurs uit binnen-en buitenland om een persoonlijk ‘Bericht aan de bevolking’ vanuit hun schrijfkamer.

De Nederlandse Persis Bekkering (1987) debuteerde met Een heldenleven (Prometheus, 2018), een roman over perfectionisme en vriendschap tegen de achtergrond van een symfonieorkest op tournee door Europa. Onlangs verruilde ze Amsterdam voor Brussel, een stad die volgens haar de geest meer laat waaien. In haar nieuwe woonplaats werkt ze aan haar tweede boek Exces: een roman over rave, wat ze als de laatste utopie van het westen beschouwt, en het langzame verdwijnen van de toekomst. Ze schrijft daarnaast korte verhalen, essays en literaire kritieken voor o.a. de Nederlandse Boekengids, NRC Handelsblad, De Gids en Mister Motley.

_

Geestverruimende notities

1.

Mijn vriendin E. nam afgelopen weekend lsd. Ze liep met een vriend door Amsterdam, waar het uitgestorven zou moeten zijn maar waar het net zo druk was als normaal (‘normaal’), toen een tuin hun aandacht trok. Ik weet niet wat ze precies zagen, allebei wat anders waarschijnlijk. Ik heb nog nooit hallucinerende middelen gebruikt, dus ik kan me niet voorstellen wat de aanblik van een tuin met je doet als je tript. Ik hoop dat de bloemen van vorm veranderen en gigantische afmetingen aannemen, dat de vogels een gewelf van klank maken, dat het gras zacht heen en weer beweegt en ruist en geurt, dat de onrijpe lentevruchten aan de takken zwaar en vol lijken en op barsten staan, dat bloesem op je huid landt als druppels etherische olie, ik bedoel dus ik hoop dat een tuin dan iets onweerstaanbaar erotisch is.

Er stond iemand in de tuin te schoffelen. De vriend en E. spraken hun bewondering uit voor de tuin, waarop de schoffelaar hen meenam in het paradijs en op anderhalve meter afstand uitgebreid vertelde over de verschillende soorten planten, wanneer je ze het best kan stekken en snoeien, welk onkruid hij liet staan en welke plant een plaag was, en dat je van deze bladeren thee kon zetten en dat die daar heel lekker waren in de sla.

De tuin knikte en rilde, viooltjes loken hun ogen, vogels zetten zijn woorden kracht bij. Het gras was besproeid, de grond zoog een beetje onder hun voeten. We kregen een uitgebreide lezing tuinieren, schreef ze me, totaal onverwacht. Verder was de trip dit keer ‘niet zo bijzonder’.

2.

Ik spreek alleen de mensen die ik al ken. Dat doet me goed, daar niet van, we troosten elkaar, we schrijven brieven met aanmoedigingen en lieve woorden, maken elkaar aan het lachen. De intensiteit is anders dan ‘normaal’. Met de ene vriendin heb ik opeens weer contact terwijl we elkaar de laatste jaren bijna nooit meer spraken, de andere heeft behoefte aan stilte en appt me een week later pas terug, wat ook prima is. Maar ik ontmoet geen vreemden.

Ik mis, schreef ik E. terug, dat je naast iemand neerploft, in de rookruimte van een club, en in een uitvoerig gesprek belandt met een vreemde. Dat iemand haar universum voor je opent, waarin alles er heel anders uitziet dan bij jou.

De quarantaine heeft ons in dezelfde bubbel geperst. Iedereen maakt hetzelfde mee, we lezen dezelfde berichten, we hebben allemaal dezelfde meningen en staren allemaal naar de vier muren van de woonkamer tot we er gezichten en dieren in zien. Alles gaat over corona. Alles heeft met corona te maken. Alles heeft met alles te maken. Corona betekent kroon, de gesloten cirkel zit te strak. Het vreemde is vijandig, is een inbreker op Zoom. Er is geen buitenkant. Geef mij toeval. Ik kan niet meer denken. Ik heb het materiaal al drie keer hergebruikt, tussendoor netjes op zestig graden gewassen, maar de elastiekjes zijn uitgerekt en de kleur is vervaagd.

Ik wil scheuren in de gecontroleerde wereld, in de modellen en tabellen, en ik begrijp best dat dat niet verstandig is, dat ik dit niet kan eisen.

Ik ben gezond, en toch kan ik niet ademen. De mensen zeggen: we zijn in een nieuwe wereld beland, maar dat zijn we helemaal niet, alles wat we hebben was er al lang, er werd ook al heel lang geroepen dat we een andere wereld nodig hebben, een nieuw normaal, dat het zo niet langer kan; dit zeiden we al eeuwen, er werd alleen niet geluisterd. En dan doe ik nu mijn mondkapje weer op. Het past ook over mijn ogen.

3.

Dit is een oefening voor wie iets los te laten heeft, het is niet te moeilijk en we houden de poses niet te lang vast, het is gewoon een lekkere flow. Vergeet ook de klimaatcrisis niet. Dit gedicht bestaat uit alle eerste zinnen van mailtjes die ik de afgelopen vierentwintig uur heb ontvangen. Je kunt het een ziektekiem noemen, je kunt het de griep noemen, je kunt het een virus noemen. Weet je, je kunt het allerlei namen geven. Ik ben er niet zeker van dat iemand weet wat het is. Ik geniet er wel van, van de rust. Nu is de tijd om te bezinnen. Weersta de druk van productiviteit, dat is de oude wereld. We moeten voor elkaar zorgen, solidair zijn. We staan niet op onszelf, we zijn oneindig hecht met elkaar verbonden, dat wordt nu duidelijker dan ooit. Mag ik je bellen om even uit te huilen? Wanneer heb je je voor het laatst verveeld? Co-star update: sext as many people as you want today. Iemand op Grindr wilde langskomen voor een trio, maar dat gaat zo lastig op anderhalve meter.

Geniet iedereen van zijn 30-dagen-proefabonnement op het communisme?

Ik droomde dat ik met familie in een hotel was, en mijn moeder wilde per se van mijn douche gebruik maken, niet die van haarzelf. This is Bill. Bill wants to take a trip, but Bill doesnt want to contract corona. Bill chooses to take a trip at home. With mushrooms. Be responsible. Be like Bill. Een koorzanger heeft een coronabereik van zes meter, maar een hoornist of trompettist verspreidt corona over twintig meter. Daar helpt geen mondkapje tegen.

Ik denk dat we op aarde dromen en in de hemel wakker worden. Trump op de persconferentie vannacht. Ben je al zo vroeg wakker of ga je nu pas naar bed? In wereld 1 was het laatste het meest waarschijnlijke antwoord. In wereld 2 sta ik vroeg op.

“L’avenir appartient à ceux qui se lèvent tôt le dimanche.

Daarom kunnen we je geen reiskostenvergoeding meer uitbetalen vanaf nu. Minder mondkapjes, meer politie. Ik wil dat iemand op een dag denkt: goed, nu heb ik wel genoeg kritiek op het kapitalisme gehoord, laten we de mensen eens verlossen. Poëzie is de taal van de niet-uitwisselbaarheid. Het leven na. We moeten ontgroeien. Ik heb het niet over jou. Nee, we moeten het nu eens over andere dingen hebben.

Persis Bekkering, mei 2020

Persis Bekkering
19.05.2020