De oude woorden van een tijd die komen gaat. Een idylle

Ilja Leonard Pfeijffer
22.03.2021
auteurstekst
Boer Brueghel icarus DETAIL

Voor het Passa Porta Festival en het Klarafestival 2021 schreef Ilja Leonard Pfeijffer dit nieuwe gedicht. Het werd getoonzet door componist Frederik Neyrinck en in Bozar vertolkt door sopraan Lore Binon, acteur Josse De Pauw en het blazersensemble I SOLISTI i.s.m. Muziektheater LOD.

Pfeijffer werd de voorbije jaren uitvoerig gelauwerd om zijn gebundelde Brieven uit Genua en de romans La Superba en Grand Hotel Europa. Het rampjaar 2020 bracht hij door in zijn Italiaanse thuisstad Genua, van waaruit hij stukken over het leven in lockdown schreef die gebundeld werden in Quarantaine. In 2015 publiceerde hij zijn jongste dichtbundel, Idyllen.


De oude woorden van een tijd
die komen gaat


Er wordt oud nieuws gefluisterd onder monnikskappen.

De kardinalen schrokken met gehaaste happen

hun pauwfilet naar binnen. Duister fonkelt wijn

in gouden kelken die goed om te smelten zijn.

Een weke hand omklemt robijnen en topazen

van het geloof. Op nachtelijke wegen razen

de ijlboden op schuimbekkende paarden heen

en weer. Er schimmeren gezichten in het veen

van onbekende vrouwen. Uit de buitenposten

is geen bericht vernomen sinds de afgeloste

soldaten thuis gekomen zijn met hun verhalen

van vreemde voorvallen bij nacht. De provinciale

prelaten rapporteren wondertekens als

een baby die onlangs met een geschubde hals

geboren is, een blikseminslag in een graf,

verzuurde miswijn, een gebroken bisschopsstaf,

een dubbelkoppig kalf en beelden die gaan bloeden.

Er zijn geen feiten nodig om de angst te voeden

als iets op handen is. Elk onheil is voorzegd

als boeken van profeten worden uitgelegd

conform een willekeurig onheil dat men vreest.

De engel heeft geen hand meer in het offerfeest.

Er wordt een lijk gevonden op de derde dag.

Het hert dat onze keizer in zijn dromen zag,

had een gewoon gewei, waarop geen teken stond.

Er was geen ridder die de graal ooit zocht en vond.

Het enige dat ooit bestond en zal bestaan,

is onverschilligheid en de betrekkingswaan

van wie in stilte van een ster bestemming ziet

en een bedoeling zoekt bij een meteoriet.

Sinds aarde om de zon draait in een buitenwijk

van een immens, ontzield heelal, heerst de praktijk,

verstoffen folianten, rinkelt klatergoud,

breekt oorlog uit om olie, wordt een web gebouwd

dat de gedachten leest van iedereen die naar

behoren consumeert en van de evenaar

tot aan de polen slaat men op de vlucht naar vroeger

en naar de koelte. Op de voorgrond ploegt een ploeger

en niemand ziet de val van Icarus. Techniek

van wassen robotvleugels had hem op thermiek

van hoogmoed zo dicht bij de zon gebracht dat was

begon te smelten en hij van zichzelf genas.

De ploeger ploegde voort door rulle kluiten aarde,

want voor de ploeger waren mythen niet van waarde.

Dat waren linkse hobby’s. Tijd was een complot

dat hem en zijn tradities doelbewust kapot

gemaakt had. Hij had dat op internet gelezen,

dus ga maar na. En nu zou hij zelfs moeten vrezen

dat men hem ook zijn kloten af zou willen pakken.

Hij had ze nageteld. Hij liet zich niet verlakken

en draaide elke dag de wijzers van de klok

een dag terug. De laatste postkoets die vertrok

uit het paleis dwars door het Teutoburger Woud

om hooivorken te mijden, bracht de kroon van goud

naar de geheime plek waar zich de laatste koning

verborgen hield en waar hij deze schertsvertoning

majestueus zat uit te zitten. Met zijn kroon

zou hij het volk kalmeren en met machtsvertoon

en schitterend verlicht door brand in boerderijen

naar het paleis terugkeren over landerijen.

De laatste postkoets is wellicht nooit aangekomen,

want van de majesteit is nooit meer iets vernomen.

Bij alles wat men hevig meent te moeten menen

en alles wat men klakkeloos gelooft, verdween een

ootmoedig soort van hopen, die mysterie kost

en welgemeend geloof in liefde die verlost.

Het bloed moet vloeibaar worden. Wat er nodig is,

is weinig minder dan een wonder om gemis

met zin te vullen of alleen al om de orde

voor chaos te behoeden en barbaarse horden

te stuiten in hun opmars naar het apostolisch

paleis, waar kardinalen in een diabolisch

besluiteloos conclaaf bebloede knokkels breken

op dogma’s rond de jongste dag en rond het teken

dat al dan niet moet worden afgewacht. De nacht

is lang en vol geheimen. Iets wordt opgewacht

in schaduwen en achter zuilen. Baby’s huilen.

Het schamel vee heeft elke dag meer zwarte builen

en boetprocessies zwepen zich door doornenstruiken

van zuid naar noord. Men kan de stank van waarheid ruiken,

al is men steeds weer van iets anders overtuigd.

Terwijl het koor gregoriaans naar houvast buigt

met bibberende lippen, prevelt de prelaat

de oude woorden van een tijd die komen gaat.


Ilja Leonard Pfeijffer



Illustratie: Pieter Bruegel de Oude, 'De val van Icarus' (detail), ca. 1595-1600, collectie KMSKB, Brussel.

Ilja Leonard Pfeijffer op het Passa Porta Festival én het Klarafestival

Ilja Leonard Pfeijffer
22.03.2021