lisez-vous le belge ? - lichaam en muziek

lize spit
07.12.2021
Auteurstekst
Kevin lehtla wvy Fcru G Fr M unsplash

Voor Stories & Juke-box, een formule bedacht door de Belgische schrijfster Isabelle Wéry voor Passa Porta en Theater 140, schreven haar collega's Myriam Leroy, Lize Spit, Cécile Hupin en Fiston Mwanza nieuwe teksten, gekoppeld aan hun persoonlijke playlists. Het thema: lichaam en muziek.

Hier lees je de tekst van Lize Spit - in stilte of wie weet wel met de songs van haar keuze op de achtergrond.

-

1. Je veux l'amour

Liefde voor mij en voor mijn hond
Die heel de nacht in de auto op me wacht
Raymond van het Groenewoud

We zijn met vier kinderen thuis, en krijgen pas laat een televisie, later dan eender ander uit het dorp. We winnen het ding op de dorpstombola, tegen de zin van mijn moeder. De televisie krijgt een plaats in de bijkeuken, waar twee afgedankte rieten zetels staan en enkele houten krukjes. Zo kan er in de woonkamer, waar statige lederen banken en de muziekinstallatie staan, nog steeds in alle rust en comfort een boek worden gelezen. Algauw komt het erop neer dat mijn moeder elke avond in haar comfortabele doch dooie eentje zit te lezen in de woonkamer, terwijl wij alle vijf (vader incluis) bijeengepropt in de bijkeuken aan het scherm gekluisterd zitten. Af en toe zoekt mama de keuken op, om haar glas weer vol te schenken, dan blijft ze in het langslopen even staan kijken wat er in onze wereld speelt, of het scherm iets toont waarop ze commentaar kan geven - dit zijn mooie momenten, wanneer ze er kort bij komt staan, het maakte hetgeen waar wij naar kijken meteen meer waard. Op een later tijdsstip, als de avondfilm begint, wordt ook de deur tussen het voorste en achterste deel van het huis gesloten. Op deze manier heeft mama geen last van de televisiegeluiden en worden wij niet gestoord door de kleinkunstmuziek die ze speelt. Wanneer de film eindigt of er reclamepauzes vallen waarbij we het geluid van de televisie stiller zetten, horen we door de deur Jacques Brel, Raymond van het Groenewoud of Stef Bos klinken, hese, melancholische stemmen. Hoe later het wordt, hoe luider deze zangers het uitschreeuwen.

Alleen als het nodig is, ga ik de woonkamer binnen. Om haar een slaapwelkus te geven, te vragen of we nog langer op mogen blijven om het einde van de film te zien. Mama zit altijd in dezelfde houding, met haar benen zijwaarts onder haar lichaam geplooid, op de lederen eenzits, tegenover een lege tweezits en driezits. Soms zit ze met ogen dicht naar muziek te luisteren, met het boek als een dak over haar schoot opengeplooid. Altijd haar glas Westmalle op het bankje naast haar, een tupperwarebakje met pindanootjes.

Het gevoel dat me overvalt wanneer ik die kamer binnenga is moeilijk te beschrijven, maar ik zal het twintig jaar later in een vingerknip kunnen oproepen. Het is alsof ik een deurtje open en recht in haar spijt binnenstap, in haar verdriet, zonder dat ik weet waar deze spijt en verdriet precies betrekking op hebben.

Vrijwel elke avond vaart mijn moeder langzaam van ons weg, met deze zetel als sloep. Weg van het vasteland waar ze nooit helemaal thuishoort, waar ze niet thuis wíl horen, tot ze een kleine stip wordt, en het is op die stip dat wij onze lippen drukken voor een slaapwelkus.

Mijn slaapkamer bevindt zich recht boven de living. Door de dunne vloer van mijn kamer, door het dunne plafond van de woonkamer, kan ik de muziek blijven horen. Flarden en zinnen uit de songteksten raken me en blijven hangen, alsof mama een poging doet om met me te communiceren.

-

2. Hotel California

And I was thinking to myself,
« This could be Heaven or this could be Hell »
The Eagles

De middelbare school in Vorselaar ligt op zo’n twaalf kilometer van mijn woonplaats. Omdat mijn discman bij elke oneffenheid in de weg de helft van een nummer overslaat, en de weg naar school uit met pek aan elkaar gekitte asfaltplaten bestaat, koop ik met mijn spaargeld een MP3-speler bij de Blokker. Ook al is het een betaalbaar model, het blijft een hele investering, ongeveer zeventig euro. Op het zwart-groene apparaatje, dat een lits heeft voor rond de nek, staat tot mij grote verrassing al een nummer, bij wijze van voorbeeld, om te tonen waar de muziek moet komen als je eenmaal weet hoe je de lijst aanvult, zoals je bij de aankoop van een Senseo ook enkele koffiepads erbij krijgt.

Ik heb enkel cd’s thuis, geen eigen computer, ik weet niet hoe ik de muziek vanop die cd’s samen moet wurmen in een onzichtbaar bestandje, om ze op het kleine tamagotchi-achtige toestel te krijgen. Wekenlang luister ik daarom alleen dit ene gratis proefnummer, terwijl ik naar school fiets, een uur in de ochtend, een uur in de namiddag, vijf dagen per week. Vijftien jaar later zal ik nog steeds de neiging voelen, bij het toevallig horen van ‘Hotel California’ op de radio (nooit zal ik het nummer nog spelen uit eigen beweging), met mijn benen haastig te gaan pedaleren, en rondom mij zal de omgeving weer opduiken en langsflitsen, de velden, het kanaal, de villa’s, scoutsterreinen, lintbebouwing, steenwegen.

-

3. Bro Hymn

who-ho-ho-ho who-who-ho-ho-ho
Pennywise

Een danser ben ik niet, vrijwel altijd als mijn lichaam in aanraking komt met muziek, levert dat krampachtigheid op. Op de fuiven die ik sporadisch met vriendinnen bezoek, kijk ik naar de onbekende meisjes om me heen, meisjes die ik liever zou willen zijn, met wie ik van lichaam zou willen ruilen, ik imiteer hun pasjes, ook al voelt het belachelijk en staan hun bewegingen mij niet. Ze dansen zo vrij, alsof hun ledematen door elektrische stroom worden aangedreven, pas na een tijdje begrijp ik dat ze niet worden aangedreven, ze worden gewoon niet tegengewerkt door schaamte.

Ik schaam me voor mijn kleine borsten, dus draag twee beha’s over elkaar heen, de dubbele bandjes drukken in mijn schouders. Ik schaam me voor mijn armen, dus draag lange mouwen. Ik schaam me voor mijn benen, dus draag panty’s onder mijn rokje, waardoor elk gesprek op een dansfeestje begint met de vraag of ik het niet te warm heb. Ik heb het niet te warm, nee, want als ik dat zou durven toegeven, zou ik iets moeten uittrekken. De muziek staat onaangenaam hard, er ontstaat een geduw en getrek in de massa waar ik zo ver mogelijk van wil wegblijven, ik ben bang om permanente gehoorschade op te lopen, ken verhalen van mensen die gek worden van de voortdurende piep, ik draai toiletpapier tot kleine bolletjes die ik in mijn gehoorgangen prop, waardoor ik eigenlijk ook niet meer goed gesprekken kan voeren, en alle muziek klinkt alsof ze door dezelfde zanger wordt gezongen, diep onder water. Als een vriendin vraagt of ik even meekom, naar buiten of naar de wc, ben ik opgelucht dat ik iets te doen heb.

Het zal een constante blijven, dat tekortschieten van mijn lichaam in de context van muziek, later zelfs letterlijk, voor concerten ben ik te klein, nooit rijst mijn blik uit boven de ruggen van concertgangers die voor me staan. Vaak kijk ik mee op het scherm van hun telefoon, naar de beelden die zij filmen, waarmee ze later een aandenken hopen te hebben aan dit optreden. Ik kijk geen live-optredens, ik kijk andermans toekomstige herinneringen.

-

4. Nemesis

And if chewing was to show you how much I cared
I’d probably be wearing dentures by now
Benjamin Clementine

Mijn relatie van twaalf jaar is afgelopen, ik leer een nieuwe partner kennen. Het afscheid en het nieuwe begin, het gemis en het verlangen, het neerwaartse en opwaartse komen zo plots samen dat ik wel moet bewegen om niet in twee gescheurd te worden. Wandelen, veel wandelen, met op mijn hoofd een koptelefoon waarmee ik maandenlang altijd diezelfde plaat beluister. Compagnon de route: Benjamine Clementine. Met muziek schrijft een tijdperk zich in je leven in.

-

5. S.T.A.Y., Hans Zimmer

Schrijven vergt hetzelfde opgaan-in-het-moment als dansen, alleen gaat het dan niet om wat je met je lichaam doet, maar om wat je met je hoofd doet. Muziek helpt me daarbij. Met muziek ontstaat er een continuüm, een plaats waar de sfeer van de tekst wordt bewaard, zodat ik alles meteen weer kan oppikken, ook al ben ik er een tijdje van weggeweest. Laptop open, koptelefoon aan, en ik ben meteen weer in de juiste stemming.

Lize Spit woont in Brussel en debuteerde in 2016 met de inmiddels in twaalf talen vertaalde bestseller Het smelt. Haar tweede roman Ik ben er niet verscheen in 2020.

lize spit
07.12.2021