Peter Verhelst over Lieselot Mariën

Peter Verhelst
15.05.2025
author text
20250430 Lieselot Marien 1

Beste Lieselot,

1. Eerst een bekentenis: tijdens de zware, urenlange geboortes van mijn twee kinderen moest ik de hele tijd aan gehakt denken, vermalen vlees. Ik moest maw over een drempel van vlees springen nadat ik de eerste bladzijden van je boek had gelezen. Toen had ik nog niet door dat je boek niet over een geboorte gaat. Ook niet alleen over een moeder, maar over wat het is vervreemd te zijn van anderen, van je kind, van jezelf, van het leven, en hoe je je door die vervreemding heen moet vreten. Kortom: wat het kost om weer deel uit te maken van een geheel.
Zoiets heb je gedaan via taal. We praten in metaforen om te kunnen praten, om iets gezegd te krijgen, om weer te leren spreken met ons eigen lichaam en dus weer te leren leven, niet los van ons eigen leven, maar in ons eigen leven. Om eindelijk samen te vallen met onszelf.

2. Je hebt duidelijk veel gelezen. Belangrijker: je hebt veel verteerd. En wat het mooiste is: de verteerde stukken komen in Mariën-vorm terug tot leven. Gefeliciteerd. Ik hou van schrijvers die antieke verhalen kunnen transformeren en die van zichzelf maken. Ik geloof dat ook hun verhalen op een dag gelezen worden door iemand die ze zal verteren en in nieuwe vorm zal overleveren, als een rode lijn in de geschiedenis. Zoals nu eenmaal gebeurt met sterke literatuur.

3. Een van de belangrijkste kenmerken van grote literatuur is het vinden van woorden voor gevoelens/handelingen/fenomenen waarvan we het gevoel hebben geen woorden ter beschikking te hebben. De uitdrukking ‘daar zijn geen woorden voor’ heb ik altijd een beetje onnozel gevonden, omdat er altijd woorden zijn voor iets, al was het maar woorden om de onmacht uit te drukken. Maar soms overvalt ons het gevoel van woordenloosheid. In Als de dieren vind je woorden die om gevoelens/handelingen/fenomenen te beschrijven die door iedereen kunnen worden herkend (al dan niet met een schok) in woorden waarvan ik dacht: zo had ik het nog niet verwoord gezien, maar ik weet onmiddellijk met mijn hersens en mijn ingewanden wat wordt bedoeld.
Grote literatuur dus.

4. Als er iets is wat ik bewonder aan een schrijver is het diens talent om goed te kunnen kijken en nog een keer te kijken en nog een keer te kijken en dan te proberen en te proberen en te proberen om de woorden zo goed mogelijk te laten samenvallen met wat gezien werd. Gefeliciteerd, Lieselot, je hebt scherpe ogen en het geduld om precies de woorden over te houden die ertoe doen. En nog iets, je beschrijft wat je op kunstwerken ziet, hoe je een boek leest. Hoe je leest en kijkt zegt volgens mij meer dan bijv een dagboek wie je bent. Persoonlijker wordt het niet. Ik bedoel: je doet dat met je eigen stem. Dat bestaat: de stem van Lieselot Mariën. Niet veel auteurs hebben onmiddellijk een eigen, onvervreemdbare stem, een eigen manier van kijken. Ook hiervoor: mijn felicitaties.

5. Er kan niet genoeg geschreven worden over eenzaamheid. Dat is niet waar. Er wordt veel te veel over eenzaamheid geschreven, de navelpluizen vliegen in het rond, maar nooit is het genoeg als je als lezer zo fundamenteel onthutst en geraakt kan worden door zulke feilloze beelden en zinnen over zo’n bodemloze eenzaamheid. Het is niet dat ik er vrolijk van werd, maar een mens voelt zich er gek genoeg minder eenzaam door, een van de belangrijke functies van literatuur. Van sterke literatuur.

5. Er kan niet genoeg geschreven worden over eenzaamheid. Dat is niet waar. Er wordt veel te veel over eenzaamheid geschreven, de navelpluizen vliegen in het rond, maar nooit is het genoeg als je als lezer zo fundamenteel onthutst en geraakt kan worden door zulke feilloze beelden en zinnen over zo’n bodemloze eenzaamheid. Het is niet dat ik er vrolijk van werd, maar een mens voelt zich er gek genoeg minder eenzaam door, een van de belangrijke functies van literatuur. Van sterke literatuur.

5. Er kan niet genoeg geschreven worden over eenzaamheid. Dat is niet waar. Er wordt veel te veel over eenzaamheid geschreven, de navelpluizen vliegen in het rond, maar nooit is het genoeg als je als lezer zo fundamenteel onthutst en geraakt kan worden door zulke feilloze beelden en zinnen over zo’n bodemloze eenzaamheid. Het is niet dat ik er vrolijk van werd, maar een mens voelt zich er gek genoeg minder eenzaam door, een van de belangrijke functies van literatuur. Van sterke literatuur.

Peter Verhelst
15.05.2025