in residentie: een oorlogsgedicht van monem mahjoub (libië)
Bij de start van de Poëzieweek in Nederland en Vlaanderen schenkt Passa Porta je een nieuw gedicht van Monem Mahjoub, de vervolgde Libische schrijver en filosoof die we samen met VUB tijdelijk in Brussel opvangen in het kader van onze samenwerking met ICORN (International Cities of Refuge Network).
Monems 'Oorlogsgedicht' is een van de drie gedichten van zijn hand die deze maand verschenen in het jongste nummer van Poëziekrant. Desiree Custers tekende voor de vertaling uit het Arabisch.
Monem Mahjoub (1963) is een Libische taalkundige, filosoof, dichter, historicus en politiek criticus. In talloze artikelen en inmiddels meer dan 25 boeken behandelt hij uiteenlopende vraagstukken over taal, geschiedschrijving, religie, humanisme, culturele ontwikkeling en politiek. Als gevolg van zijn kritische publicaties over moslimfundamentalisme werd Mahjoub de laatste jaren meerdere keren fysiek en verbaal met de dood bedreigd door aanhangers van fanatieke milities in Libië en Egypte. Uiteindelijk zocht hij zijn toevlucht bij ICORN (International Cities of Refuge Network), een organisatie waar ook literatuurhuis Passa Porta deel van uitmaakt. Dankzij een samenwerking tussen Passa Porta en VUB vond Mahjoub een tijdelijk veilig onderdak in Brussel, waar hij nu in alle rust kan werken aan een filosofisch essayboek over identiteit en een studie over de twaalfde-eeuwse Arabische geleerde Ibn Bajja (Lat. Avempace).
Ook poëzie maakt al lange tijd deel uit van Mahjoubs veelzijdige schrijverschap. In 1989 publiceerde hij in Beiroet zijn eerste gedichtenbundel Het Boek van Illusies, in 2003 gevolgd door de in Tunesië uitgegeven bundel Recital. Maar ‘een heel dichtersleven kan ik mij voor mezelf niet inbeelden,’ aldus Mahjoub.
‘Ik schrijf poëzie telkens wanneer ik de nood voel om mezelf te ‘resetten’ en te kunnen leven zoals ik me een leven kan inbeelden. Als een vorm van remedie, misschien. In mijn gedichten vlucht ik niet voor het leven; ik gebruik poëzie om de betekenis te vinden van het leven dat ik zoek. Als we de poëzie onze rug toekeren, krijgen we heimwee en gaan we er met groter verlangen naar terug.’
Oorlogsgedicht
Uit de weemoed van februari
Maakte ik doorzichtig vloeipapier
Waarin ik deze trojka* oprol
*
Plaats: Tripoli
Datum: 23 mei 2020
Onderwerp: niemand hoort nog het geluid van de zee
*
De oorlog ontbloot zich
Je vindt geen goedkopere reclame
Voor de kunst van het sterven
*
De oorlog verhevigt
En het volk bungelt
Door het volkslied verzadigd
*
Zwarte rook zo dicht als steen bedekt de witte stad
Ogen met kohlzwarte wimpers staren in het niets
Terwijl veteranen twee oorlogen vergelijken
*
Gisteravond
Raasde een verdwaalde kogel voorbij
Hij is nog niet aangekomen
*
Dit kind slaapt niet meer…
Steeds als het zijn ogen sluit
Zinkt de grond weg
*
De eerste kreet klonk als een uitroep
Daarna heerste de stilte…
Wie stopt nu het gehuil van de zielen?
*
Er was niets aan de hand
We gingen alleen maar dood
Zoals we dat altijd doen
*
De stad kreeg haar gezondheid terug…
Maar de vertrouwde stemmen en smeekbeden
Klinken elke avond luid op uit de brokstukken van café La Corniche
*
Met zijn danservaring
Wilde hij een verscholen landmijn ontwijken,
Hij zwom tussen wit licht en duizend zonnen
*
Ik verstopte me voor de kogels
Achter een palmboom
Mijn schaduw verstopte zich achter de boom ernaast
*
Na al die bloederige goden
Bereidt het zombievolk zich voor
Om onder het puin vandaan te komen
*
De militieman verzon een portemonnee
Die hij in zijn achterzak propte
Groot genoeg om een hele stad te omvatten
*
Eenmaal dood
Herinnerde de militieman zich
Dat hij nooit levend was geweest
*
De oude boukhaverkoper zei tegen zijn dode buren
Jullie hadden je kunnen verstoppen
In een ton
*
Het kind dat zijn moeder zocht
Volgde een kat
Die hem naar een rattenkamp bracht
*
Zoekend naar zijn hoofd, zei de soldaat
Geen zuurstof… En mijn handen zijn geamputeerd
De fosfor heeft zijn nut nog niet bewezen
*
Hij keerde terug naar huis
Maar de oorlog bleef hem verrassen
Waar hij zich ook wendde
*
De kunstmatige ledematen van de jongen beven
Steeds meer
Hoe dichter hij bij de school komt
*
Ik begin te dromen dat ik geen hoofd heb
Dat ik zo rondloop en niet weet hoe laat het is of waar ik ben
Moet ik wakker worden of lopen, blijven lopen
-
* Noot van de redactie: 'Trojka' verwijst naar de gekozen dichtvorm van drieregelige verzen of terzinen, maar is evenzeer een knipoog naar de African Union Troika die de politieke crisis in Libië bespreekt.
Over de vertaalster
Desiree Custers (Leiden, 1993) raakte tijdens haar studie Arabistiek en Islamkunde aan de KU Leuven steeds meer geïnteresseerd in de moderne Arabische literatuur. Wat begon als een manier om de Arabische taal en cultuur te leren kennen, groeide in 2019 uit tot haar eerste vertaling, de roman Brusselse Vrouwen van Nisma Alaklouk.
fijn dat je even de tijd nam voor een stukje literatuur.
Misschien werd je wel ontroerd, raakte je verontwaardigd, uitgedaagd of geïnspireerd. Met het online magazine geven we auteurs en vertalers kansen om tegen een correcte verloning nieuw werk te creëren.
We gaan actief op zoek naar die schrijvers die een onbekend deurtje opentrekken of vaak minder zichtbare verhalen vertellen. We vinden het belangrijk om deze stemmen een platform te geven, hen te ondersteunen en waar nodig te begeleiden. Want we zijn van mening dat alle verhalen gehoord moeten worden. Je kan ons helpen om dit evenwicht te realiseren door ons financieel te steunen.
Elke bijdrage, groot of klein, helpt ons verder om meer auteurs aan het woord te laten. Hartelijk dank alvast!
Ja, ik steun literaire makers