in residentie: een oorlogsgedicht van monem mahjoub (libië)

Monem Mahjoub
28.01.2021
Auteurstekst
Monem Mahjoub Mélissa Boneté

Bij de start van de Poëzieweek in Nederland en Vlaanderen schenkt Passa Porta je een nieuw gedicht van Monem Mahjoub, de vervolgde Libische schrijver en filosoof die we samen met VUB tijdelijk in Brussel opvangen in het kader van onze samenwerking met ICORN (International Cities of Refuge Network).

Monems 'Oorlogsgedicht' is een van de drie gedichten van zijn hand die deze maand verschenen in het jongste nummer van Poëziekrant. Desiree Custers tekende voor de vertaling uit het Arabisch.

Monem Mahjoub (1963) is een Libische taalkundige, filosoof, dichter, historicus en politiek criticus. In talloze artikelen en inmiddels meer dan 25 boeken behandelt hij uiteenlopende vraagstukken over taal, geschiedschrijving, religie, humanisme, culturele ontwikkeling en politiek. Als gevolg van zijn kritische publicaties over moslimfundamentalisme werd Mahjoub de laatste jaren meerdere keren fysiek en verbaal met de dood bedreigd door aanhangers van fanatieke milities in Libië en Egypte. Uiteindelijk zocht hij zijn toevlucht bij ICORN (International Cities of Refuge Network), een organisatie waar ook literatuurhuis Passa Porta deel van uitmaakt. Dankzij een samenwerking tussen Passa Porta en VUB vond Mahjoub een tijdelijk veilig onderdak in Brussel, waar hij nu in alle rust kan werken aan een filosofisch essayboek over identiteit en een studie over de twaalfde-eeuwse Arabische geleerde Ibn Bajja (Lat. Avempace).

Ook poëzie maakt al lange tijd deel uit van Mahjoubs veelzijdige schrijverschap. In 1989 publiceerde hij in Beiroet zijn eerste gedichtenbundel Het Boek van Illusies, in 2003 gevolgd door de in Tunesië uitgegeven bundel Recital. Maar ‘een heel dichtersleven kan ik mij voor mezelf niet inbeelden,’ aldus Mahjoub.

‘Ik schrijf poëzie telkens wanneer ik de nood voel om mezelf te ‘resetten’ en te kunnen leven zoals ik me een leven kan inbeelden. Als een vorm van remedie, misschien. In mijn gedichten vlucht ik niet voor het leven; ik gebruik poëzie om de betekenis te vinden van het leven dat ik zoek. Als we de poëzie onze rug toekeren, krijgen we heimwee en gaan we er met groter verlangen naar terug.’


Oorlogsgedicht


Uit de weemoed van februari

Maakte ik doorzichtig vloeipapier

Waarin ik deze trojka* oprol

*

Plaats: Tripoli

Datum: 23 mei 2020

Onderwerp: niemand hoort nog het geluid van de zee

*

De oorlog ontbloot zich

Je vindt geen goedkopere reclame

Voor de kunst van het sterven

*

De oorlog verhevigt

En het volk bungelt

Door het volkslied verzadigd

*

Zwarte rook zo dicht als steen bedekt de witte stad

Ogen met kohlzwarte wimpers staren in het niets

Terwijl veteranen twee oorlogen vergelijken

*

Gisteravond

Raasde een verdwaalde kogel voorbij

Hij is nog niet aangekomen

*

Dit kind slaapt niet meer…

Steeds als het zijn ogen sluit

Zinkt de grond weg

*

De eerste kreet klonk als een uitroep

Daarna heerste de stilte…

Wie stopt nu het gehuil van de zielen?

*

Er was niets aan de hand

We gingen alleen maar dood

Zoals we dat altijd doen

*

De stad kreeg haar gezondheid terug…

Maar de vertrouwde stemmen en smeekbeden

Klinken elke avond luid op uit de brokstukken van café La Corniche

*

Met zijn danservaring

Wilde hij een verscholen landmijn ontwijken,

Hij zwom tussen wit licht en duizend zonnen

*

Ik verstopte me voor de kogels

Achter een palmboom

Mijn schaduw verstopte zich achter de boom ernaast

*

Na al die bloederige goden

Bereidt het zombievolk zich voor

Om onder het puin vandaan te komen

*

De militieman verzon een portemonnee

Die hij in zijn achterzak propte

Groot genoeg om een hele stad te omvatten

*

Eenmaal dood

Herinnerde de militieman zich

Dat hij nooit levend was geweest

*

De oude boukhaverkoper zei tegen zijn dode buren

Jullie hadden je kunnen verstoppen

In een ton

*

Het kind dat zijn moeder zocht

Volgde een kat

Die hem naar een rattenkamp bracht

*

Zoekend naar zijn hoofd, zei de soldaat

Geen zuurstof… En mijn handen zijn geamputeerd

De fosfor heeft zijn nut nog niet bewezen

*

Hij keerde terug naar huis

Maar de oorlog bleef hem verrassen

Waar hij zich ook wendde

*

De kunstmatige ledematen van de jongen beven

Steeds meer

Hoe dichter hij bij de school komt

*

Ik begin te dromen dat ik geen hoofd heb

Dat ik zo rondloop en niet weet hoe laat het is of waar ik ben

Moet ik wakker worden of lopen, blijven lopen

-

* Noot van de redactie: 'Trojka' verwijst naar de gekozen dichtvorm van drieregelige verzen of terzinen, maar is evenzeer een knipoog naar de African Union Troika die de politieke crisis in Libië bespreekt.


Over de vertaalster

Desiree Custers (Leiden, 1993) raakte tijdens haar studie Arabistiek en Islamkunde aan de KU Leuven steeds meer geïnteresseerd in de moderne Arabische literatuur. Wat begon als een manier om de Arabische taal en cultuur te leren kennen, groeide in 2019 uit tot haar eerste vertaling, de roman Brusselse Vrouwen van Nisma Alaklouk.

fijn dat je even de tijd nam voor een stukje literatuur.

Misschien werd je wel ontroerd, raakte je verontwaardigd, uitgedaagd of geïnspireerd. Met het online magazine geven we auteurs en vertalers kansen om tegen een correcte verloning nieuw werk te creëren.

We gaan actief op zoek naar die schrijvers die een onbekend deurtje opentrekken of vaak minder zichtbare verhalen vertellen. We vinden het belangrijk om deze stemmen een platform te geven, hen te ondersteunen en waar nodig te begeleiden. Want we zijn van mening dat alle verhalen gehoord moeten worden. Je kan ons helpen om dit evenwicht te realiseren door ons financieel te steunen.

Elke bijdrage, groot of klein, helpt ons verder om meer auteurs aan het woord te laten. Hartelijk dank alvast!

Ja, ik steun literaire makers
Monem Mahjoub
28.01.2021