Bericht aan de bevolking (21) : Naar de vogels luisteren?

Marielle Macé
30.05.2020
Auteurstekst
Photoavis Marielle Macé

‘Social distancing’ is wat Corona-experts adviseren, ‘social nearness’ is wat we met onze literaire ontmoetingen beogen. Passa Porta wil het contact met lezers en schrijvers niet verliezen en vraagt een selectie auteurs uit binnen- en buitenland om een persoonlijk ‘Bericht aan de bevolking’ vanuit hun schrijfkamer.

De Franse literatuurhistorica en essayiste Marielle Macé publiceerde in 2019 het opmerkelijke boek Nos cabanes (éd. Verdier). In juni van datzelfde jaar werd ze door La Bellone uitgenodigd om Brussel te 'verkennen' en resideerde zij korte tijd in Passa Porta. Dit 'Bericht aan de bevolking' schreef ze naar aanleiding van de radiouitzending 'Dans quel monde on vit' van zaterdag 30 mei op La Première (RTBF).

-

De laatste tijd reageren we op een heel andere manier als we vogels horen fluiten: sinds we weten dat hun aantallen drastisch afnemen en het besef groeit dat hun stemmen en hun stiltes klinken als de beschadigde zang van het antropoceen. De voorbije vijftien jaar is haast een derde van de vogels uit het landschap verdwenen (uit elke omgeving, of het nu de stad is, het platteland, de kust of het bos…) Voor wie minder met ze vertrouwd is: eigenlijk gaat het er niet om dat we ze minder horen, maar dat ons gehoor in de war is, dat onze aandacht op een andere manier werkt, gedesoriënteerd is; we weten dat ze minder zingen, en dus zeggen we dat ze er het zwijgen toe doen, of we spitsen onze oren wat beter. Onze waarnemingen zijn confuus, verstoord, tegenstrijdig. Als je vandaag de dag naar de vogels wilt luisteren, moet je op hun stiltes én op hun alarmkreten letten, moet je genieten van hun lied en je erdoor laten troosten, maar moet je ook uit die zang, waarvan de schoonheid een aanklacht tegen ons mensen vormt, afleiden tot welke verwoestende ontregeling we in staat zijn.

Zichzelf wijsmaken dat de pandemie voor de planeet dan toch één gunstig gevolg had

Tijdens de lockdown heeft ons klanklandschap brutale veranderingen ondergaan – iedereen had het erover. De vogels hoefden niet langer krachtiger of hoger te zingen om te worden gehoord, ze hoefden de stad niet meer te ontvluchten om in alle rust hun nestjes te bouwen, en eindelijk waren ze opnieuw te horen. Het leek alsof we plotseling opnieuw verbonden waren met een schitterende wereld, waarvan we tot ons grote verdriet waren afgesloten. En toch bleven de vogels uitsterven, ontstonden er steeds meer ziektes in het grensgebied tussen mens en dier, werd hun aanwezigheid een onmiskenbaar teken van leven en van dood. We kenden niet altijd hun namen, maar we zeiden dat we ze vaker hoorden en bijna klampten we ons vast aan hun lied om onszelf wijs te maken dat de pandemie dan toch één gunstig gevolg had voor de planeet.

De ontelbare opmerkingen over hun ‘terugkeer’ waren niet uit de lucht. Getuigenissen over de heilzame werking (het geschenk) van hun inbraak in onze leefwereld. Enthousiaste initiatieven om de nabije natuur te observeren en hun zang te inventariseren toen het Nationaal Museum voor Natuurwetenschappen en de Vogelbeschermingsliga (in Frankrijk) de operatie ‘In quarantaine maar waakzaam’ op touw zetten (een participatieve wetenschapsoefening die in de immer verwerpelijke taal van de Franse nieuwszender LCI aldus klonk: ‘De Vogelbeschermingsliga nodigt de Fransen uit om de lockdownperiode positief te benutten’). Je hoorde gevoelige beschouwingen waarin aandacht werd besteed aan de nieuwe partituur van de klankruimte en we werden aangemaand om voor een keer de dieren aan het woord te laten, die ‘vast hun eigen standpunt hadden’ over de abrupte onderbreking van de geluidsoverlast en het fenomeen dat ons opeens had overvallen (de suggestie kwam van ethologe Vinciane Despret). En aansluitend de onbesuisde uitspraken over de vermoedelijke terugkeer van de vogels en de weldaden die daaruit, zowel voor ons als voor hen, zouden voortvloeien. Het was bijwijlen ontwapenend te moeten vaststellen hoe stuntelig men de stilte in allerhande coördinaten probeerde om te zetten en trachtte aan te geven hoe ze weer echt (op ethisch, politiek en ecologisch vlak) moest worden gevuld.

Een heel bijzondere band

We moeten veel meer voorzorgsmaatregelen treffen, veel meer aandacht besteden aan de levende wezens, aan de grote met elkaar verweven levens- en doodslijnen die de landschappen voortaan bepalen. Al was het maar om vast te stellen dat het inderdaad buitengewoon fijn was de vogels opnieuw te horen zingen, omdat dat altijd zo is geweest en omdat we van oudsher een heel bijzondere band met ze hebben; en ook dat we niet goed wisten wat we aan moesten met een geluksgevoel dat we zo duidelijk ervoeren op een moment van sociale ravage, toen niemand het recht nog had zijn doden te vergezellen. Er is veel tact nodig om de stilte te respecteren.




Marielle Macé, mei 2020
Vertaling: Katelijne De Vuyst


Beluister hier de podcast 'Écouter les oiseaux aujourd’hui, ça consiste aussi bien à prêter l’oreille à des silences qu’à des alertes'.

Marielle Macé
30.05.2020