courage (16) elisa ruotolo

21.12.2020
Auteurstekst
Elise Ruotolo courage

In deze donkere dagen vroegen we aan een aantal gewaardeerde auteurs wat ‘moed’ voor hen betekent. De komende weken lees je hier hun antwoorden, in de vorm van een gedicht, een herinnering, een anekdote of een meer filosofische bespiegeling.


la vostra creatura

Fermatevi un attimo, ascoltatemi. Riflettete sulla mia condizione. Sono vecchio e stanco. Fra dubbi ed esitazioni, esisto da troppo tempo, praticamente da sempre, come la luce. Anzi, esisto da prima perché chi mi ha immaginato ha voluto che fossi Io a crearla. Non avete pensato per me un inizio tantomeno una fine. Eternità, ecco cosa mi riguarda. In nome della vostra più antica paura mi avete ridotto a questa trappola del sempre. Persino un topo ha un destino migliore del mio perché, quando il meccanismo scatta, lui continua a sperare di venirne fuori. Con me non avete usato misericordia se il laccio non smette di tenere: alla stretta finale il mio è un tempo irrimediabile, invivibile. Perché sono le possibilità, non le certezze a tenerci in vita. Ma Io – ci avete mai pensato? – Io non ho possibilità. Serviva coraggio per farmi a vostra immagine, invece avete impastato una creatura che vi superasse, mai avreste ipotizzato che mi portassi dentro il desiderio del limite.

Mi avete dato ogni potere e, di conseguenza, ogni responsabilità. Il dolore, i cataclismi, le epidemie, la vostra stessa morte e il più piccolo infortunio si sommano nel registro delle mie colpe, ormai indistinguibili dalla mia volontà. Tutto questo è disumano.

Avevo bisogno che voi, gli dei da cui provengo, mi accordaste una possibilità di distrazione, un non dover sempre essere ovunque: seguirvi fin dentro i pensieri, tra le vostre lenzuola. Costringermi a vedere, a vedere, mi ha fatto mille volte assaporare la fine. Ha stancato in me ogni possibilità di grazia. Allora smettete di implorami, di poggiare le ginocchia contro il legno delle panche, contro il piancito delle vostre camere: datemi pace.

Vorrei essere dimenticato come Anu e Osiride, come Zeus e Thor.

Abbiate il coraggio, sono io a pregarvi, di vivere senza di me.


jullie schepsel

Wacht even, luister. Beeld jullie in hoe het met me gaat. Ik ben oud en moe. Ik zit vol twijfels en onzekerheden en besta al te lang, praktisch sinds het begin der tijden, zoals het licht. Of nee, ik besta langer, want wie mij verzonnen heeft wilde dat Ik het schiep. Jullie hebben geen begin voor me bedacht en evenmin een einde. De eeuwigheid is mijn deel. In naam van jullie oudste angst hebben jullie me in deze val van het altijd gelokt. Een muis heeft een benijdenswaardiger lot dan het mijne, want als het mechanisme dichtklapt rest hem nog altijd de hoop op ontsnapping. Zo barmhartig waren jullie niet voor mij, want deze strop zit muurvast: als puntje bij paaltje komt is mijn tijd onherroepelijk, onleefbaar. Want wat ons in leven houdt zijn mogelijkheden, geen zekerheden. En Ik – hebben jullie daar ooit bij stilgestaan? – Ik heb geen mogelijkheden. Er was moed voor nodig om mij naar jullie evenbeeld te scheppen, maar jullie hebben een schepsel gecreëerd dat jullie krachten te boven ging; jullie hadden nooit kunnen bevroeden dat ik naar een einde zou verlangen.

Jullie hebben me alle macht gegeven, en daarmee ook alle verantwoordelijkheid. Pijn, rampen, epidemieën, jullie eigen dood maar ook de kleinst mogelijke tegenslag worden op mijn conto geschreven en automatisch gelijkgesteld aan mijn wil. Dat is niet meer menselijk.

Ik had jullie nodig, als de goden die me geschapen hebben, maar geef me de kans om verstrooiing te zoeken, maak dat ik niet de hele tijd overal moet zijn: in jullie gedachten, onder jullie lakens. Door me te dwingen te zien, steeds weer te zien, heb ik het einde al duizendmaal mogen proeven. Iedere mogelijkheid tot gratie in mij is uitgeput. Stop dus maar met me aan te roepen, met jullie knieën op het hout van banken, op de vloer van jullie kamer: laat me met rust.

Ik wil vergeten worden, zoals Anu en Osiris, zoals Zeus en Thor.

Vat moed, ik smeek het jullie, en durf te leven zonder mij.

Vertaald uit het Italiaans door Lies Lavrijsen

Elisa Ruotolo (1975) woont in Italië. Haar debuut Ho rubato la pioggia (Ik heb de regen gestolen) werd bekroond met de Premio Renato Fucini en in het Frans vertaald als J'ai volé la pluie (éds. Cambourakis). De nog niet vertaalde roman Ovunque, proteggici (Bescherm ons waar dan ook) haalde de shortlist voor de Premio Strega 2014.

fijn dat je even de tijd nam voor een stukje literatuur.

Misschien werd je wel ontroerd, raakte je verontwaardigd, uitgedaagd of geïnspireerd. Met het online magazine geven we auteurs en vertalers kansen om tegen een correcte verloning nieuw werk te creëren.

We gaan actief op zoek naar die schrijvers die een onbekend deurtje opentrekken of vaak minder zichtbare verhalen vertellen. We vinden het belangrijk om deze stemmen een platform te geven, hen te ondersteunen en waar nodig te begeleiden. Want we zijn van mening dat alle verhalen gehoord moeten worden. Je kan ons helpen om dit evenwicht te realiseren door ons financieel te steunen.

Elke bijdrage, groot of klein, helpt ons verder om meer auteurs aan het woord te laten. Hartelijk dank alvast!

Ja, ik steun literaire makers
21.12.2020