Peter Verhelst over De zieners van Sulaiman Addonia
Op 10 oktober presenteerde Sulaiman Addonia zijn nieuwe roman De zieners bij Passa Porta. Melissa Giardina sprak met hem, actrice Aminata Demba kroop in de huid van hoofdpersonage Hannah, en schrijver Peter Verhelst sprak zijn bewondering uit voor het boek. Hij deed dat met deze woorden.
Er bestaat een boek dat zich schaamteloos en kreunend wentelt in taal, zoals een lijf in een deugddoend bad. Een boek waaruit de geur van ploffende maiskorrels opkringelt. Een boek als een schatkist. Een boek vol verlangen. Een boek als een rots waarin gebeiteld staat: alles gaat voorbij, de liefde blijft. Een boek als een feest voor de zintuigen. Met beelden die achteloos over de bladzijden gestrooid lijken, half punaise, half diamant. Soms zijn het uitzinnige beelden – en net daardoor fonkelt dit boek. Dit boek dat mikt op de het onderbewuste. Dit boek dat een trip is, een hallucinatie. Dit boek is even passioneel als het walmende Onze Lieve Vrouw van de Bloemen van Jean Genet. Even brutaal seksueel. Vol rauwe begeerte. Een ode aan de lichamelijke letter O. Een kontboek! Een boek waarin een lichaam met de zintuigen alles uit de wereld opzuigt wat zintuigen kunnen opzuigen, meegraaien, opsnuiven, oplikken, zien, beluisteren. Een boek waarin geliefde dichters en schrijvers weerklinken: Rimbaud, Beckett, Duras, Bolaño, Sappho, Achmatova enz… Een boek als een striemende aanklacht tegen wat bezetters doen in bezette gebieden, wat westerlingen doen met vluchtelingen, kortom wat mensen met macht al eeuwenlang gedaan hebben met mensen met minder macht, deden, doen, en vermoedelijk nog eeuwenlang zullen doen. Het smerige gedrag van de smerige species die mensheid heet. En toch, alles gaat voorbij, de liefde blijft. Een boek over een overheid die niet doet wat een overheid hoort te doen. Over hypocrisie en egoïsme – onze hypocrisie en ons egoïsme. Hoe is het mogelijk dat een aanklacht toch zo aanstekelijk blijft, soms zo geestig, zo licht van toon? En tegelijk intens, woedend, tragisch. Een per definitie gewelddadig boek omdat het nieuwe thuis een pijnhuis is, omdat lust en pijn er een explosief mengsel vormen dat de lezer in het bloed gaat zitten – het is een hooglied gewijd aan het extatische moment waarop pijn lust laat ontbranden. En ook in dat geweld gaan we als lezer mee, omdat de schrijver precies die woorden vindt die chemisch inwerken. Er is ook de kwestie van het morele schrijven: hoe de vermomming heel snel wegvalt en we de lelijke muil zien van onze maatschappij en dat we als lezer met onze eigen moraal worden geconfronteerd. Onze onfatsoenlijkheid. Onze onmenselijkheid. Onze beschaafde onmenselijkheid, het masker van onze morele superioriteit. En toch, alles gaat voorbij, de liefde blijft. De Zieners is een boek over de voorouderlijke tuin waar wij doorheen waden, door hun angsten, hun pijn, hun genot, hun liefde, hun verlangens die de onze zijn. Hun tuin vol doornen en bloemen, vol geweld, vol intellect. En dan plots die verbijsterende zin: Meer dan ons lichaam hebben we niet om ons te herinneren aan de hoop die we hebben verloren. Meer dan ons lichaam hebben we niet om ons te herinneren aan de hoop die we hebben verloren. Of die andere schokkende zin: Soms wordt liefde oorlog, en uit oorlog komt liefde voort. Uit oorlog komt liefde voort. En het meest schokkende besef: het geweld waarmee de vernederde wordt verpletterd, kan geweld worden waarmee de vernederde zich voedt, zich sterk maakt. Alles gaat voorbij, de liefde blijft. De Zieners is een boek dat de lezer ontworteling aan den lijve ondervinden. Hoe het aanvoelt als de bodem weggeslagen wordt. Hoe een mens door spoken van het verleden kan worden gevuld als een ‘te zwaar geladen vrachtwagen die bijna omkukelt’. Hoe seks de vorm kan aannemen van een kamer die je in het lichaam van een ander voor jezelf kan inrichten – wat een herkenbaar beeld! Over de ziel die opgevreten wordt door onzekerheid over je lot. Over het gevoel niet gezien te worden. Over onthutsende veerkracht, ondanks alles. Over het simpele feit dat wij, westerlingen, kolonisators blijven, mensen die andere mensen gebruiken of niet gebruiken, niet naargelang onze behoeften, maar naargelang de graad van onze onverschilligheid. Omdat wij dat kunnen. En toch. Er bestaat een boek dat zich schaamteloos en kreunend wentelt in taal, zoals een lijf in een deugddoend bad. Het boek heet De Zieners. En door dat boek ben jij, Sulaiman Addonia, net zoals door je vorige boeken, nooit meer alleen, want alles gaat voorbij, maar de literatuur blijft. Met dat boek ben je altijd in het gezelschap van je geliefde dode dichters. Door je boeken ben je niet meer statenloos, beste Sulaiman, maar een ereburger in het Land van de Literatuur. Al mijn bewondering en liefde.