Bericht aan de bevolking (2) De mensheid, muzikale soort

Isabelle Wéry
31.03.2020
Auteurstekst
1 Pascal Bernardon 1Fh Hk6 Pl4K8 Unsplash

‘Social distancing’ is wat Corona-experts adviseren, ‘social nearness’ is wat we met onze literaire ontmoetingen beogen. Passa Porta wil het contact met lezers en schrijvers niet verliezen en geeft daarom de komende weken het woord aan een selectie auteurs uit binnen-en buitenland, die we vroegen om een persoonlijk ‘Bericht aan de bevolking’ vanuit hun schrijfkamer.

Hieronder lees je de bijdrage van de Franstalige Belgische schrijfster Isabelle Wéry, van wie we helaas de twee in april geplande lezingen-performances in theater Le 140 moesten uitstellen.

_

Hey! Beste bevolking!

22 maart 2020. Ik geef grif toe dat mijn moreel vandaag een stuk onder het vriespunt zit. Hoewel ik mezelf voortdurend inprent dat ik een ‘bevoorrechte’ persoon in de Coronatunnel ben en dat heel wat mensen in veel moeilijker omstandigheden leven, voel ik – niets aan te doen – hoe een gli gli glibberige dystopische cocktail, aangelengd met een stinkende brij nihilisme, langzaam door mijn aderen vloeit. Misschien geldt dat ook voor jou, Bie Ba Boe Beste Bevolking, je hebt nu eenmaal van die dagen dat je het niet meer ziet zitten! Het maakt deel uit van het hele ‘blijfinuwkot’-verhaal.

Voor alle duidelijkheid, in de ogen van een schrijfster heeft dat gedwongen thuiszitten NIETS TE ZIEN met het bucolische romantisme van een auteursresidentie. Hoe kun je schrijven als de sociale ongelijkheid zich nog sterker begint af te tekenen? Hoe kun je schrijven met het huizenhoge besef dat de mensheid een vogel voor de kat is?

Maar.

MUZIEK.
MUSICA.
MUSIK.

Zij immers geeft me een kick.

En daar wil ik het met u over hebben, Bie Ba Boe Beste Bevolking: Muziek. En ik tooi haar met een reuzengrote hoofdletter M.

Muziek is overal. In het boenkeboenken van ons hart, in de beweging van de stad, in de stilte van eenzame plekken. Er zit Muziek in onze stem, ons accent, in ons tandengeklapper en in het ritme van onze tred.

Citaat uit Musicophilia, het boek van neuroloog Oliver Sacks: ‘In onze hersenen zijn meer gebieden voorbehouden aan muzikale verwerking dan aan taalverwerking.’ Muziek heeft de kracht de hersenpan van de luisteraar helemaal op te laten lichten. En bovendien weet ze ons lichaam in vuur en vlam te zetten, ons met de voeten mee te laten tikken, met onze heupen te hiphoppen, met onze armen te voguen.

(Nu, op het moment dat ik je schrijf, luister ik naar een vier uur lange versie van ‘Man o to’ van de Berlijnse kunstenaar NU.)

-

Shakespeare is een eersteklas rapper. Zijn geschriften zijn één en al ritme en klank. Zijn teksten zijn pijltjes die naar je hart mikken en in je lichaam een vloeistof verspreiden die je in trance brengt. Ik studeerde Shakespeare in Londen en heb een aantal van zijn stukken gezien, zonder dat ik hun betekenis volledig begreep, want ze zijn geschreven in het Engels van de 16de eeuw. Maar achteraf zinderde ik van top tot teen. Alsof de betekenis van de tekst ook in zijn ritme en zijn vaart schuilde. En toegegeven, Engelse acteurs hebben een ongelooflijk gevoel voor ritme en Muziek… Ze spelen heel snel, er wordt niet getreuzeld, de woorden worden je toegeslingerd, het is vuurwerk… Shakespeare schreef toentertijd voor een totaal ongedisciplineerd ‘punk’ publiek, het kwam erop aan de toeschouwers te boeien, te betoveren.

Schrijven in Muziek.
Je opsluiten in Muziek.
Zwemmen in Muziek.

(Zwemmen in muziek geeft je het onbeschrijflijke gevoel van een volslagen nieuwe ontmoeting tussen water en klank. Je verliest je gebruikelijke contouren. Je zwemt, je danst… En het ene vloeit in het andere over. Het water wordt je danspaal. Je wordt een waterschepsel, een inktvis van mensenvel, en soepel als een alg. Een waterdichte MP3 = te gek!)


.


En ik hou van de witte, lege ruimtes in een tekst. Stilte = Muziek.

En jij, Bie Ba Boe Beste Bevolking, alles oké? Ik bedoel, met de Muziek, alles oké???

Goed, ik ga door. (Buiten op straat hoor ik ambulances loeien. De klank van de zorg, de klank van de hoop, de klank van de dood… Ik denk dat de crisis onze mentaliteit misschien wel ingrijpend zal veranderen, dat wij, de Bevolking, onze regeringen onder druk zullen zetten, dat een globale en niet ‘op zichzelf besloten’ politiek van de staten onontbeerlijk is. Wij, de burgers, zullen massaal een wereld eisen waarin economische groei niet de enige hoofdvereiste is. Nee? Of ja?)

Dus, MUSICA.

Een van mijn laatste bizarre sonore ervaringen vond plaats in 2019, in Shanghai. Een tiental internationale auteurs waren er door de Shanghai Writers Association voor een schrijfresidentie van twee maanden uitgenodigd. De Chinese cultuur is vaak heel intrigerend. Op heel wat vlakken die ik een beetje onder de loep heb genomen, bezit ze een opmerkelijke rijkdom, intelligentie en diepzinnigheid – eigenschappen die binnen de kortste keren verslavend kunnen worden. In die mate zelfs dat ik Mandarijn begon te studeren. De Muziek en de klanken van het Mandarijn vertonen geen enkele gelijkenis met het Frans. Het Mandarijn slist, het fluit, het gorgelt, het brengt gutturale ‘eu’s’ uit, het golft van laag naar hoog, en dan weer snijdt het als een hakmes. En als een Chinees van woede kookt, is het geen hakmes meer, maar vliegen er wel duizend sabels om je oren, die de lucht aan flarden rijten. Een Chinees die flipt is angstaanjagend. Zonder meer.

Mijn collega’s schrijvers en ik hadden een piepkleine traditionele massagesalon ontdekt, waar de inwoners van Shanghai na het werk gewoonlijk langslopen. Massages maken deel uit van hun leefstijl. Ze gaan geheel gekleed zitten, uit het aangeboden menu kiezen ze hun type massage uit en ze worden gemasseerd door in rode poloshirts gehulde dames en heren, die de traditionele massage beoefenen. Er wordt hardop gekletst en gelachen, het gaat er heel vrolijk aan toe. Ze hebben een prachtige, onweerstaanbare lach. (Ondanks de omstandigheden waarin ze leven, zijn Chinezen meestal geneigd tot lachen. Ze hebben de extraverte expressiviteit die je ook aantreft bij Zuid-Europese volkeren, in Andalusië bijvoorbeeld.)

Voor mij die bijna GEEN WOORD Mandarijn ken, is het een verrukkelijke ervaring hier in deze massagesalon te zijn. Stel je voor, je sluit de ogen en opeens worden je oren door allerlei onbekende klanken overrompeld. Je houdt je ogen goed dichtgeknepen, want je voelt dat je een krankzinnige dimensie binnentreedt (je gehoor wordt wel tien keer scherper als je je ogen dichtknijpt). Je kunt je aan geen enkel woord vastklampen, want alles klinkt anders, in je hoofd zwem je in een intrigerende soep vol onbekende klinkers en medeklinkers die in je hersens botsen, tot er een explo-plo-plosie komt van geschifte beelden. Je verliest je aanknopingspunten, je verstand, het noorden en het zuiden… Je kunt nog maar één ding doen: voor de volle honderd procent verdrinken in de Muziek van de Mandarijnse stemmen die je omringen…

MAAR. THE MUST. IN THIS TINY MASSAGE SALON IS HET SUMMUM:

Een oormassage.

-


Shanghaian Rhapsody

Op een dag.
Een knotsgekke bevlieging.
Ik heb zo’n oormassage geprobeerd. Ik ging ervan uit dat er druk zou worden uitgeoefend op de acupunctuurpunten die om het oor en de oorlel zitten. Niet dus. De dame in het rood stak iets in mijn gehoorgang en begon het ding razend snel rond te draaien. En ik hoorde een reusachtige fffffrittttfriiiiit, alsof een bidsprinkhaan er zijn kaken wreef of een megakrekel er zijn vleugels uitsloeg. Het was heel raaaaaaaaar. En ik begon me zorgen te maken, want de dame in het rood duwde het voorwerp, dat ik nog altijd niet herkende, hoe langer hoe dieper in mijn oor. Ze ging zo ver dat ik vreesde dat ze mijn trommelvlies zou perforeren en de ufo in de vette vloeistof van mijn hersenen zou drijven.

Ik begon te ijlen. Mijn verbeelding interpreteerde elke klank die het object voorbracht. En de vrouw bleef koppig draaien. De minuten leken kilometerslang te duren. De klanken overrompelden mijn hele lichaam. Ik nam zonder enige twijfel de gedaante aan van die ffffriiiiiiiiit-klank. En intussen was ik er hoe langer hoe zekerder van dat er een hele familie vogelspinnen in mijn hoofd woonde. NO RETURN.

Ik beet op mijn lip en wachtte tot de dame ophield en het vieze voorwerp uit mijn oor tevoorschijn haalde, zodat ik het eindelijk kon zien… Het was een soort penseeltje: de steel was van bamboe, zo dun als een tandenstoker, en op het uiteinde zat een bolletje warrig dons, zo licht als de pluisjes van vogelveertjes. Iets wat ik nog nooit had gezien. Mijn ‘familie vogelspinnen’ zag er al met al behoorlijk appetijtelijk uit. Opgelucht draaide ik mijn tweede oor naar de vrouw toe, en ditmaal kon ik echt genieten van de nieuwe, door merg en been dringende klank. De oormassage had een tastbaar effect. Ik voelde me achteraf wakkerder dan ooit. Alsof elk van die geluiden de kracht bezat al mijn cellen te boosten.

China zit vol boeiende klanken. Zelfs in de megapolissen. Poëzie van het macadam en het beton. Sommige Chinezen zingen op de fiets. Ook in de parken.

Een ietsiepietsie poëzie
Het is haast niksie
Dit tikkie poëzie.
Een ietsie niemendallie
Zie ze huppelt, zie ze giert, zie,
Ze is zo poëzie.
Vol fantasie
Zing maar Bibie
zing maar Lilie:
Poëzie is pure magie!*

Bie Ba Boe Beste Bevolking, muzikale soort, ik stuur u een paar welluidende en wankele, doorzichtige en fluitende lettergrepen en klinkers, hoge en brandende, wijze en klikkende klakkende klanken. Musica. Ik wens je behouden dagen en nachten onder de Poolster in het magma van de lente 2020.

Isabelle Wéry, maart 2020

Uit het Frans vertaald door Katelijne De Vuyst

.

* uit Marilyn Désossée, éditions Maelström

Isabelle Wéry is een Belgisch acteur, regisseur en auteur. Ze werd geboren in Luik en studeerde theater aan het INSAS in Brussel. Voorts schrijft ze haar eigen stukken, die ze ook zelf opvoert. Marilyn Désossée (Maelström, 2013), haar tweede roman, werd bekroond met de European Union Prize for Literature en vertaald in vele landen. Met Poney flottant (ONLIT Editions, 2019) was ze finaliste van de Prix Victor Rossel.

Isabelle Wéry
31.03.2020