De weg naar de hel. Aslı Erdoğan en Ece Temelkuran over het land dat ze niet meer herkennen

Isabelle Rossaert
12.03.2019
Auteurstekst
2013 Taksim Gezi Park Protests 15Th June

Op het Passa Porta Festival praat Aslı Erdoğan met Russell Banks en Antonythasan Jesuthasan over schrijven in ballingschap, en vergelijkt Ece Temelkuran haar blik op de wereld met die van Annelies Beck. Schrijfster Isabelle Rossaert, al jarenlang in de bres voor bedreigde Turkse schrijvers en journalisten, maakte voor Passa Porta een interessant portret van onze beide Turkse gasten.

Twee grandes dames uit Turkije zijn ze, Aslı Erdoğan en Ece Temelkuran. Twee schrijfsters die geen blad voor de mond nemen. En dat komt hen duur te staan. Zowel Aslı Erdoğan als Ece Temelkuran kunnen op dit moment niet meer naar hun land terug, want daar wacht hen zonder twijfel arrestatie en gevangenschap.

Neergeschreven pijn

Aslı Erdoğan werd in augustus 2016, een maand na de mislukte coup in Turkije, gearresteerd en gevangengezet. Tegen wil en dank werd ze het boegbeeld van de vervolgde schrijvers en intellectuelen in haar land. Mede onder druk van de internationale gemeenschap werd ze voorlopig vrijgelaten in afwachting van een uitspraak in haar proces. Dat proces loopt nog steeds en er kondigen zich nieuwe aan.

‘Waarom ik in de cel ben beland, is een vraag die niet alleen mezelf, maar iedereen voor een raadsel plaatst. Ik moet iets vernield hebben in het mechanisme van het systeem’, zegt ze hierover in een recent interview in MO* Magazine.

Zelfs de stilte is niet meer van mij (De Geus, 2016), haar recentste boek in het Nederlands, is een bundel columns over haar verhouding tot de wreedheden in haar land. Allicht vormen die columns vervelende zandkorrels in het mechanisme van het systeem.

Erdoğan is een schrijfster van de nacht. Letterlijk. Veel van haar columns spelen zich ’s nachts af. Maar vooral ook figuurlijk. Ze schrijft over de diepe nacht waarin haar land zich bevindt, de meest duistere, meest gruwelijke werkelijkheid. Een werkelijkheid die je liever niet in de ogen wil kijken, die de meeste van haar landgenoten niet willen zien.

'Was hij werkelijk een papierprikker of, zoals zijn uiterlijk deed vermoeden, een agent in burger, ik weet het niet.'

Zo begint haar eerste verhaal. Het zet meteen de toon. In Turkije weet je nooit met wie je te maken hebt. Maar de man heeft het goed met haar voor. ‘Zuster, ga liggen! Ga liggen! LIGGEN!’, schreeuwt hij haar toe. En daarmee redt hij haar leven. Het is de nacht van 15 juli 2016, de nacht van de mislukte staatsgreep in Turkije. Aslı Erdoğan heeft zich op straat gewaagd en is zonder het goed te beseffen op een levensgevaarlijk plek terechtgekomen. Gewone mensen die zonet nog de straat wilden oversteken, moeten schuilen om niet door scherpschutters te worden neergemaaid. Erdoğan beschrijft de gebeurtenissen van binnenuit, vanuit haar schuilende lichaam. Ze beschrijft de totale ontreddering van iemand die zich plots in een gruwelijke nachtmerrie bevindt.

Je zou Aslı Erdoğan ook een schrijfster van het lichaam kunnen noemen. Een geteisterd lichaam, gekweld door astma, slapeloosheid en ziekten die haar fragiel maken. Het weerhoudt er haar niet van om zich in de gevarenzone te begeven: op straat in de nacht van de couppoging, of in een mensenketting over de grens naar de Syrisch-Koerdische stad Kobani.

Het lichaam staat ook centraal in haar verhalen. Het lichaam als getuigenis van ons menszijn. Het lichaam van de oude man in Silvan bijvoorbeeld die, boodschappentassen nog in de hand, begint te schreeuwen ‘Het is genoeg. Genoeg deze verschrikkingen’, voor zijn in puin geschoten huis. En soms gaat het enkel nog om lichaamsdelen. Het afgesneden oor van een opgepakte jongen van veertien, teruggevonden in een prullenbak, het totaal verbrande kaakbeen dat het enige is wat overblijft van een jongetje van twaalf, teruggevonden in een kelder.

Aslı Erdoğan schrijft met horten en stoten. Ze breekt haar woorden af, herhaalt soms hele zinnen, als een mantra. Het is een stijl die de pijn heel direct overbrengt. Ongenadig. Als lezer voel je die pijn echt, bijvoorbeeld wanneer ze vertelt hoe het is om te leven met een geliefde die vermist is. Een geliefde die je ’s ochtends ziet vertrekken, nog een beetje met een ochtendhumeur, en van wie je nooit meer iets verneemt. Erdoğans boek lezen is mee die hel meemaken. Dat ze je er deel van maakt, dat ze de ontzettende moed heeft dat te doen, is haar vorm van verzet.

Briljante analyse

Ece Temelkuran stond na een reis op het punt terug te keren naar Turkije, toen ze van vrienden te horen kreeg dat ze maar beter ‘ergens anders’ heen ging. Dat ‘ergens anders’ werd een appartement in Zagreb. Toen Temelkuran twee jaar geleden op het Passa Porta Festival te gast was, zei ze nog dat ze haar verblijf daar geen ballingschap wou noemen. In haar nieuwste boek, Verloren land. De zeven stappen van democratie naar dictatuur, doet ze geen moeite meer om voor zichzelf en de rest van de wereld te ontkennen dat ook zij een banneling is geworden.

Het boek is een briljante analyse van hoe het zo ver is kunnen komen, en vooral een waarschuwing voor iedereen, waar ook ter wereld, die denkt dat ‘hier zoiets nooit zou kunnen gebeuren.’

Ook Ece Temelkuran begint haar verhalende essay met de mislukte couppoging. Ze vertelt hoe de gevechtsvliegtuigen de ramen in haar huis doen trillen. 'Is dit het dan? vraag ik me af. Is dit de Rijksdagbrand voor wat er is overgebleven van de Turkse democratie en mijn land?'

Als linkse intellectueel die verbijsterd moest toezien hoe haar land naar de dictatuur vergleed, wil ze met haar nieuwste boek mensen in andere landen een spiegel voorhouden. Ze wil tonen wat de eerste tekenen zijn, zodat we ze tijdig kunnen zien en er adequaat op kunnen reageren.

Temelkuran is een echte kosmopoliet en dat maakt haar boek zeer prettig om te lezen. We treffen haar op diverse plaatsen in de wereld, meestal in exquise gezelschap. Maar ze is niet te beroerd om toe te geven dat de linkse elite waartoe ze behoort in de fout is gegaan door de noden van de arbeidersklasse uit het oog te verliezen en 'salonlinksen' te worden.

Nu staat overal ter wereld een groep misnoegden op, mensen die zich al lang over het hoofd gezien voelen. Ze verenigen zich tot een ‘wij’ die zich ‘het echte volk’ noemt, die zich keert tegen zowel het politieke als het intellectuele establishment, en maar al te graag blindelings een leider volgt die claimt ‘één van hen’ te zijn, of hen alleszins te begrijpen. Een leider die hen ‘respect’ belooft. Tayyip Erdogan is zo’n leider, maar het kan ook een Donald Trump zijn of een Brexit-leider.

Het ‘echte volk’ wil respect, maar alleen wat de eigen waarden betreft. Het gaat prat op de eigen onwetendheid – de intelligentsia is immers ook een vijand – en het is dol op alternative facts.

Temelkuran toont hoe eerst de taal wordt uitgehold en van haar normale betekenissen wordt ontdaan. Hoe het plots hip wordt om immoreel te zijn en lijdende mensen uit te lachen, in plaats van mededogen met hen te hebben. Hoe vervolgens de juridische en politieke systemen worden ontmanteld.

Haarscherp en pijnlijk beschrijft ze hoe linkse intellectuelen in hun verbijstering niet weten hoe te reageren. Ze verliezen kostbare tijd door te proberen begrijpen in plaats van te handelen. Ze merken dat rede en logica geen vat hebben op ‘het echte volk’. Ze proberen de tactiek van de lach, maken de nieuwe leiders belachelijk. Maar uiteindelijk merken ze dat hun eigen lach een verkrampt grimas wordt.

'Volg de jonge vrouwen', schrijft Temelkuran ergens als antwoord op de vraag: wat kunnen we doen? Want de eersten die het onderspit moeten delven als ‘het echte volk’ aan de macht komt zijn de vrouwen. In Turkije worden ze aangemaand de sluier te dragen en aan de haard te blijven. Een minister opperde zelfs dat vrouwen niet in het openbaar zouden mogen lachen. In de VS krijgen de vrouwen te maken met een president die hen punten geeft op hun uiterlijk. Vrouwen die niet in de pas lopen, krijgen hoon en bedreigingen op social media over zich heen. En het zijn daarom juist de vrouwen die als eersten in het verweer gaan en manieren zoeken om de nieuwe machthebbers te bestrijden.

Ece Temelkuran en Aslı Erdoğan zijn zulke vrouwen. Ze hebben zich altijd verzet, als schrijfsters en als activisten. Lees hun boeken. Ga met hen in gesprek tijdens het Passa Porta Festival. U zal veel van hen leren.

Isabelle Rossaert
12.03.2019