you've got mail - saskia de coster en pauline delabroy-allard schrijven brieven (slot)

06.05.2021
Auteurstekst
Youvegotmail

Het zal helaas nog even duren alvorens Belgische en buitenlandse auteurs elkaar weer in den lijve kunnen treffen in Passa Porta. In afwachting daarvan nodigden we een paar Europese auteurs uit om de dialoog per brief aan te gaan.

Net voor ze in Parijs de trein nam naar Brussel, waar ze optreedt tijdens de (online) Foire du Livre, vond de Franse schrijfster Pauline Delabroy-Allard (Dit gaat over Sarah, 2019) de tijd om een antwoord te sturen naar haar Vlaamse collega Saskia De Coster. Zij schreef haar laatste brief in de aanloop naar het voorbije Passa Porta Festival.

-

Antwerpen, 4 maart 2021

Lieve Pauline,

Ik lees De Jaren van Annie Ernaux en ik verbaas me. Over het boek zelf dat zo treffend en zo persoonlijk een mentaliteitsgeschiedenis schetst, én over de inhaalbeweging waar dit boek deel van uitmaakt. Ernaux schreef het in 2008, voor jou is het misschien al oude koek, maar nu is er de Nederlandse vertaling én de internationale jubel.

Zovele vrouwelijke schrijvers worden nu voor het voetlicht gehouden en internationaal ontdekt. Alsof ze nu pas voor vol aanzien zijn en echt worden. Die echtheid is er met de jaren gekomen. Al die jaren volhouden, doorgaan, ne pas renoncer. Gelukkig plooit de tijdsgeest nu de ijzeren barrières van de grote en erkende mannenmonumenten om en komt er meer plaats vrij. Met De Jaren staat Ernaux op de internationale scene naast klassevrouwen als Vivian Gornick, Natalia Ginsburg — vrouwen die al groot waren, vrouwen die al zo lang iets te vertellen hebben en waar nu ook autoriteit aan wordt toegedicht. Ik vind het een klein wonder en een grote vanzelfsprekendheid in één.

Over het algemeen ben ik hoopvol gestemd. Mooi werk komt in de loop van de geschiedenis aan het licht, of het nu een mozaïek in Pompeï is of een collectieve autobiografie als De Jaren.

Op goede dagen koester ik de illusie van de inherente rechtvaardigheid, en dat de tijd haar werk wel doet.

Je schrijft me dat je reizen je nu als dromen toeschijnen. Dat herken ik volledig. We gaan verder met leven in een parallel universum dat erg veel gelijkenissen vertoont met de echte, vroegere wereld maar het is toch een andere wereld. Het zou zomaar kunnen dat de wereld zich opgesplitst heeft in twee. In een echt universum reizen en leven we verder, gevaarlijker en avontuurlijker dan ooit, op het scherp van de snee, en in de covid-wereld kabbelen we voort en dragen we allemaal een gelijkaardig masker. Ik prijs mezelf gelukkig. De fictie valideert voor mij al altijd de werkelijkheid. Een pandemie is een teleurstellend saaie toestand en wij moeten er verhalen van maken, of rond maken of weg van geraken.

Wat een onthulling, dat je archiviste bent. Voor mij sluit het daar naadloos bij aan, bij die twee werelden. Het lijkt wel een statement, of een masker, als ik dat mag zeggen. Het getuigt van volharding, er is geen einde aan een archief, het gaat maar door en door. Ik geloof haast nooit dat mensen zomaar archivist zijn. Wat zit er achter of onder, wat is de dubbele bodem?

Je dagboeken en het archiveren schijnen haast een vorm van verzet, verzet tegen dat traditionele beeld van de dagboekschrijvende vrouw die haar emoties ergens kwijt moet kunnen, in een geheim hoekje. Jij turft feiten, zoveel mogelijk droge feiten. Er zijn té veel té hartstochtelijke dagboeken van vrouwen gepubliceerd, er zijn te hoge stapels emoties die soms afbreuk dreigen te doen aan het sérieux. Al dat emotioneel geblubber, al die pms, het maakt een mens onbetrouwbaar voor de lezer. Archiveren daarentegen heeft net iets totaal betrouwbaars, door weer en wind, gelijkmatig, met of zonder publiek.

Ik heb luidop gelachen toen ik las dat je je dagboeken wil laten verdwijnen. Al dat werk, al die aantekeningen en feiten, een heel leven lang, en dan wil je zelf de boel doen verdwijnen. Een krachtige daad van zelfopheffing én autonomie tegelijkertijd. Prachtig.

Blijf alsjeblieft schrijven in tussentijd. Ne jamais renoncer, misschien moet dat wel onze wapenspreuk zijn, als schrijfsters.

Liefs,

Saskia

-

Parijs, 5 mei 2021

Beste Saskia,

Ik schrijf je vanuit Parijs, waar het regent, maar deze keer ben ik in een opperbest humeur! Morgen spring ik in de Thalys om in Brussel mijn nieuwe boek Maison tanière voor te stellen. Het is een poëziebundel, geïllustreerd met foto's die ik ook heb gemaakt. Eigenlijk zijn het twee verschillende bundels, de ene heeft als titel Les jours absents en gaat over mijn vlucht naar een huis op het platteland in de zomer van 2017, de andere is getiteld Les jours couchés en heeft mijn tweede verblijf in hetzelfde huis in de zomer van 2019 als onderwerp. Het zijn logboeken, de gedichten zijn gedateerd en er staat telkens een foto bij.

Zo koos ik in de zomer van 2017 elke ochtend een vinylplaat uit de verzameling van het huis, waarna ik een gedicht schreef terwijl ik naar die plaat luisterde. Vervolgens nam ik een foto van de hoes, die ik ergens in het huis had opgesteld. In de zomer van 2019 heb ik in alle vertrekken van het huis liggend de plafonds gefotografeerd en erover geschreven. Mijn vrienden steken weleens de draak met mijn 'artistieke concepten', maar ik vind het geloof ik wel leuk om de verschillende kunsten te combineren en mezelf dwingende formele regels op te leggen. Zo heb ik enorme bewondering voor het werk van de beeldend kunstenares Sophie Calle, die haar liefde voor literatuur combineert met fotografie, film, textielkunst, muziek... Zij is echt een van die vrouwelijke kunstenaars die me inspireren.

In je laatste brief had je het trouwens over Annie Ernaux, en ook zij hoort thuis in mijn persoonlijke pantheon.

Toen ik mijn eerste stapjes als schrijfster zette, was ik zo trots als een pauw omdat ik een brief van haar kreeg nadat ik haar mijn roman Dit gaat over Sarah had opgestuurd. Ik archiveer alles angstvallig, dus reken maar dat die brief voor de rest van mijn leven bij me blijft! Net zoals jij geloof ik dat de tijd alles in zijn plooi laat vallen en dat je vertrouwen moet hebben in je leven om te bewaren wat echt moet worden bewaard. Eindelijk nemen vrouwen steeds vaker het woord, ik ervaar de periode waarin we leven alsof er een feministische revolutie op til staat, dat is mijn gevoel. Ik merk dat we allemaal al iets in beweging aan het zetten zijn, maar ben me ervan bewust dat er nog veel werk aan de winkel is, al ben ik zeer optimistisch dat het wel zal lukken! Ten eerste omdat ik nooit loslaat, zoals ik je al vertelde, en bovendien omdat de vereende krachten van vrouwen zo groot zijn dat ze onvermijdelijk ooit het tij zullen keren in deze wereld. Daar geloof ik rotsvast in!

Kortom, morgen vertrek ik dus op reis, dan steek ik de grens over om naar het land te gaan waar ik zoveel van hou, jouw land. Daarmee is de cirkel rond. Ik voel me alsof ik eindelijk word vrijgelaten uit de gevangenis. Misschien is dat beeld wat overdreven, maar het idee dat ik weer een trein kan nemen brengt me echt in vervoering. Stilaan begin ik de hoop te koesteren dat we dat virus binnenkort achter de rug zullen hebben. We zullen de herinnering aan deze buitengewone periode in onze levens en aan wat ons die ondanks alles heeft opgeleverd, levendig moeten houden.

Je zult vast ook wel vinden dat we ooit eens in het echt zouden moeten afspreken om van het van vrouw tot vrouw te hebben over de boeiende onderwerpen die nu al sinds maanden ter sprake komen in onze brieven. Ik vond het in elk geval heerlijk om elkaar te schrijven, me voor te stellen dat er een draad is gespannen tussen mijn land en het jouwe, en het geluk te hebben dat we bepaalde opvattingen delen omdat we allebei vrouwen zijn, schrijvende vrouwen bovendien.

Ik groet je en hoop dat we dit heel binnenkort eens in het echt kunnen doen.

Met vriendelijke groet,

Pauline

Vertaald uit het Frans door Daan Pieters

06.05.2021