Wat is het goed

Max Porter
22.03.2021
Auteurstekst
PORTE Rchris montgomery unsplash

Wat houdt auteurs vandaag bezig? Voor het Passa Porta Festival vroegen we aan 7 schrijvers uit binnen- en buitenland om die vraag te beantwoorden met een nieuwe tekst. Zo inspireerden zij ons bij de samenstelling van het festivalprogramma.

Na Imbolo Mbue, Hubert Antoine en Aleksandra Lun vroegen we ook de Brit Max Porter iets nieuws te schrijven. De auteur van de geprezen romans Verdriet is het ding met veren (2015) en Lanny (2019) stuurde ons een stevige, boze reflectie over deze covid-tijden.

Porter laat meerdere personages en perspectieven aan bod komen en noemt zijn tekst een 'polyfonie voor één persoon'. Alle stemmen spreken over het leven nu, over het bestaan in een tijd waarin alles lijkt stil te staan en échte verbondenheid onmogelijk lijkt. Voor de Nederlandse versie tekende Porters vaste vertaalster, Saskia van der Lingen.

-

Wat is het goed hier te zijn, bij u, want Zoom is maar een slappe, treurige imitatie van de fysieke ervaring van het samenzijn in een ruimte. We maken onszelf wijs dat het hetzelfde is, maar dat is het niet.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, op Zoom, wat een wonder dat we kunnen samenzijn in een ruimte, ook al zijn we dat niet. We maken onszelf wijs dat fysiek samenzijn beter is, maar dat is het niet! We besmetten elkaar met virussen. We ergeren elkaar. We stinken. Veel te lang zijn we geobsedeerd geweest door het lichamelijke, het fysieke. Dit is toch veel beter? Ik hier, u daar. Veel hygiënischer, en beter voor de planeet.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, in deze flikkerende flits, dit buitenaardse leven. Onbegrijpelijk. Op mijn pantoffels.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, met uw partikels in mijn neusgaten, uw huidcellen op mijn tong, stukjes van u die stukjes van mij worden, en zo te bouwen aan toekomstige immuniteit, de smaak van communiteit, als ik een vloeistof was zou u in de rij kunnen gaan staan om een lepeltje van me te slikken.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, want de trein was bedompt, en de thee was lauw, en het bier was duur, en het brood was oudbakken, en van de airco kreeg ik het stervenskoud, en gezien de prijs van een kaartje zou je toch denken dat ze een er schoon toilet zouden kunnen bijdoen, of de zeepdispensers zouden kunnen bijvullen, en toen ik in uw fantastische stad uit de trein stapte, zei een vrouw tegen me ‘u bent de meest ondankbare en onaangename persoon die ik ooit heb ontmoet’ en ik zei ‘hoe durft u’ en zij zei ‘hoe durft u’ en ik zei ‘hoe DURFT u’ en als ik niet zo’n haast had gehad om vanavond hier bij u te zijn, zouden die dame en ik vermoedelijk nog steeds ons oorlogje aan het escaleren zijn op het perron. Die dame en ik zouden inmiddels vermoedelijk smoorverliefd zijn en elkaar op het perron met huid en haar verslinden, brullend en wel.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, ieder aan een kant van een discussie over nabijheid, over de vraag of ik nu hier bij u ben of niet, en het antwoord is allebei. Niet hier. Hier.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, maar omdat ik zó blij was hier te zijn, in deze stad, weg van mijn benepen landje, dat door een bende schurken van project Europa is losgescheurd, was ik zo verheugd en aangedaan dat ik knielde en het plaveisel kuste, en toen sommeerde een verkeersagent me om door te lopen. Niet het plaveisel kussen, meneer, zei hij.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, ik kom van een faraway land, ze noemen me Lazarus Man. Kent u dat nummer?

Wat is het goed hier te zijn, bij u, nou ja, niet echt, maar we doen ons best. Als je maar je best doet. Je best doen is cultuur. Nee, piekeren is cultuur. Nee, liegen is cultuur. Nee, samenwerken. Nee, presteren, of uh... faken, luisteren, shoppen? Ben ik al warm? Slapen! Slapen is de cultuur. Doen alsof we onze kinderen leuk vinden. Dat is de cultuur. Doen alsof kaarten iets betekenen. Zoiets?

Vanaf het dorp een stuk lopen, dan een bus, dan een betaling aan een smokkelaar, dan een bootje, dan een hospitaal, dan een mortuarium, dan een wandeling langs de zeven stadia van verlichting, dan opnieuw belichaamd opduiken in de optimistische droom van een open-grenzen-grappenmakker, haha, maar niet heus, ik werd aan de grens van het bloeddorstige Fort Europa tegengehouden, vanwege mijn huidskleur, haha, maar niet heus, ik ben een instrument dat u zich ongemakkelijk laat voelen, beroerd, schuldig.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, ik van steen en u van vlees. 30.000 miljoen jaar heb ik moeten wachten tot de kalk verbrokkelde en de watergeul opvulde, tot de mammoets wegzakten, tot het ijs smolt, tot de bomen kwamen en gingen, dieren uit zee kwamen waggelen op eerst vier en daarna twee benen, en elkaar vervolgens gingen verscheuren en opensnijden en verkrachten en verrot slaan en bombarderen en platbranden en straffen, duizenden jaren, niet meer dan een oogwenk, maar hier ben ik dan, warm in uw zak, een aandenken, buit, de keiharde waarheid in het hart van de donder, onhoorbaar, de kreun van een eeuwigheid, deep time als medeplichtige van real-time crime.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, rond, hard, gewoon, wonderbaarlijk, véél waarschijnlijker dan u, die van vlees bent. Een steen.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, want ik ging helemaal op in een waanzinnig ambitieus project en zat vast in het internet, waar empathie momenteel een tragische metamorfose ondergaat in iets nietszeggends dat moeiteloos in geld is uit te drukken, ik ben vergeten wat het project was, maar het had iets te maken met u, hier. Het had iets te maken met leven in plaats van dood zijn. Misschien was het een grap.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, want normaal gesproken werk ik in een labelaarskelder, als u weet wat dat is. Misschien hebt u er een ander woord voor, maar waar ik vandaan kom noemen we dat labelaarskelders. Ik begin ’s ochtends om 7 uur, maar hé, denk niet dat ik ondankbaar ben, ik ben tevreden met mijn baan en we mogen niet zeuren, toch, een baan is een baan en ik ben blij dat ik werk heb, maar ik bedoel alleen dat het veel leuker is hier bij u te zijn. Maar we beginnen dus om 7 uur met dingen labelen en zodra we er een aantal gelabeld hebben gaan we op zoek naar de andere dingen die eerder hetzelfde label kregen en dan doen we ze op een kluitje, of ze beginnen te dwalen en klonteren uit eigen beweging samen, zwervers noemen we die. Dus het komt neer op labels, kluitjes en zwervers, en op een gemiddelde werkdag doe ik een stuk of vijf woorden? Vijf labels. Gisteren deed ik ISLAMAFOBIE, POLLEN, ZIP-LOCK, BAHARAT en LIL WAYNE, een dag als alle andere, behalve dat ik wist dat ik u hier zou ontmoeten vandaag, in den vleze of in den niet-vleze, en alle kluitjes en zwervers zoemden opgewonden bij het vooruitzicht, plots had elk woord een betekenis. Het had iets erotisch, het besef van wat ik weet over labels, en over u, en het feit dat er op een goede of kwade dag geen morgen meer zal zijn.

Niets meer om te labelen. Stel je eens voor.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, want Lewis had de remlichten van het busje zullen vervangen, maar hij vergat het, dus moest ik hierheen rijden met één remlicht, dus ik bof dat ik niet ben aangehouden. Het is goed hier te zijn, bij u, maar wens me geluk voor de terugrit, in het pikkedonker, met één remlicht, op deze wegen, in dit weer, waar we ook zijn.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, met uw wrat. Met uw koortslip. Uw trekkende oogzenuw. Uw teelbalkanker. Uw hartruisje. Uw hoge cholesterol. Wat is het goed hier te zijn, bij u, met uw flintertje amandel in uw kies waar de vulling uit is gevallen. Met uw knoflookadem. Met uw koffieboer. Met de stank van sigaretten aan uw vingertoppen. Wat is het goed bij u te zijn na uw bekentenis. U vertelde me wat u gedaan hebt, en ik hield nog steeds van u. U zei: Hier ben ik, een stervend lichaam met klevende etensresten, en ik heb gedaan wat ik heb gedaan, en ik hield nog steeds van u.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, in deze tijd na de tijd die we net hebben doorgemaakt. Pfoe, wat een tijd was dat.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, tegen de achtergrond van het groene scherm. Achter me een oorlogsgebied. Achter me een protestdemonstratie. Achter me een gletsjer die in zee stort. Achter me de top tien van de grootste mislukkingen uit de wereldgeschiedenis.

Wat is het goed hier te zijn, bij u. Die hoofden op staken onderweg deden me weer eens goed beseffen hoe we boffen dat we aan de goede kant van de wet staan. Al die drek in de geulen en gaten langs de weg hoe we boffen dat we hoger op de helling wonen. De met lijken geplaveide weg hoe we boffen dat we ons met de auto laten rijden. Mijn chauffeur zei tegen me: Vertel het ze, vertel ze hoe goed het is hier te zijn, want sommigen zullen dat vanzelfsprekend vinden, en ik zei: Zodra je me vanavond thuis hebt afgezet ben je ontslagen. Omdat je mij vertelt wat ik moet zeggen. Omdat je het waagt voor mij te bedenken waarom het goed is hier te zijn, doordrenkt van schuldgevoel, te midden van anderen.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, in de overgang tussen winter en lente wanneer alles herboren wordt, stapvoets, maar nog niet de kop heeft opgestoken. Nog niet groen. Nog niet gezien.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, want de vriendin met wie ik al drieëntwintig jaar ben, Magolie, veracht me, en elk excuus om van haar weg te kunnen is zeer welkom. Bij mijn vertrek zei ze: Ik hoop dat je de uitdrukking op hun gezichten herkent als je voor ze staat. Het is dezelfde uitdrukking als die op het mijne. En op het jouwe, in als je in de spiegel kijkt. Walging. En denk je erom op de terugweg brood te halen?

Wat is het goed hier te zijn, bij u, want de vriend met wie ik al vier maanden ben, George, zit in zelfopgelegde isolatie, omdat hij denkt dat hij die typische irrationele angst heeft en racistische gedachten… het nerveuze scrollen, het ritualistische checken en klikken, de obsessieve afkeer, het zuchten en steunen. Ja, ik denk dat hij het heeft. Hij geeft de schuld aan de buren. Hij zegt we zijn een klein land, voor meer mensen is er geen plaats. Hij zegt er is ruimte zat waar ze vandaan komen. Ja, hij heeft het. Ik ben blij dat ik hier bij u ben, waar ik ‘welkom’ kan fluisteren tegen het onzichtbare idee dat iemand komt van daar, waar dan ook, naar hier, waar dan ook, al weet ik dat dat tegen de regels is, maar u en ik zijn George niet.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, in den vleze, en u te bedanken dat u de rivier in waadde om me op te tillen en te vragen of ik het zeker wist, en ja, ik wist het zeker, ik was geen heks, ik werkte niet samen met de duivel. En kijk, ik verdronk. Dat weet u, want u zag het water borrelen en daarna gladtrekken. Ik denk dat u weende. Ik heb hier de cijfers, ja, 9 van de 10 weenden. Het is niet makkelijk. Ze noemen het de banaliteit van het kwaad, ik noem het de dagelijkse realiteit van het leven in de benarde gemeenschap van mensen, ontdaan van het dwingende ideaal van menselijke goedheid. Ik verwachtte geen moment dat u erin zou duiken om me te redden. Ik verwachtte geen moment dat ik zou blijven drijven. Ik verwachtte de kou. Ik was verrast door hoelang het duurde, in verwarring misschien. Het leek wel uren.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, de geest van vrouwen, in een ruimte vol mannen.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, en samen een lijk af te leggen. Dood en sterven. Dank u dat u deze eeuwige gelijkmaker, dit fundamentele ritueel met me deelt. Geen god, geen fanfare. Alleen doeken, en vlees, en uw sniffende snikkende wanhopige halfslachtige gebeden. Alleen water. Een kom. Watten.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, gekluisterd aan de commercie.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, want ik dacht eerlijk dat ik nooit ouder zou worden dan dertien, waar ik opgroeide.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, eeuwige romanticus. Stel je voor dat we elkaar weer kunnen aanraken. Snuffelen, niezen, likken, zoenen, wrijven, aantikken, kietelen, bespugen, knuffelen.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, want we verwachtten een sciencefiction esthetiek van blinkend roestvrij staal en ruimtepakken en egalitaire toekomstpolitiek. Maar we kregen iets verrommelds middeleeuws-antropoceen-tweedehands-moderns, branderig, ranzig, corrupt, grotesk, en voor diegenen onder ons die hun brood verdienen met vlees in zakken stoppen is dit veel beter, want er is werk aan de winkel.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, in het golfresort, en me te bepalen tot serieuze zaken als schuiven met schulden, dieetcola drinken, pillen slikken, met een treurig gebrom te antwoorden op de voorgewende glimlach van een betaalde minnares terwijl ik me er vet als een varken en bulkend van het geld steeds weer slinks bovenop weet te werken, mijn favoriete tv-programma’s terugkijk, door twitter scrol en oorsmeer eet, ooit was ik de baas van de wereld.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, want ik ben een geest en u leeft nog, en we weten allemaal diep vanbinnen dat dit was hoe het werkte, een uitverkocht huis. Noem me vermoeden, toeval, ongemak, déjà vu, huivering, schaduw, knagende twijfel, glimp, fluistering, intuïtie, ik lig op u terwijl u slaapt en blaas u dromen in als voedsel.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, ik met een protestbord ALLE GRENZEN OPEN en u met een protestbord BOUW EEN MUUR en beiden beseffend dat we van ons anker zouden slaan en wegdrijven als we bordjes zouden ruilen, en u vertelt me dat statistisch gezien 96% van de mensen die online een mening posten (welke mening dan ook) nooit van mening zal veranderen. Die staat vast, we veranderen elkaars mening niet. Geef mij uw bordje, dan geef ik u het mijne.

Nee, u eerst. Na u. Vertrouw me.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, tussen haakjes. Twee tekens tussen kromme haken. Een gebogen snede in de lucht links van mij, een ondersteunend gebaar rechts van u. Taal. U en ik. Ik laat u hier niet alleen, dat is het punt. Als er minder zijn dan twee, is er geen ander (0), één betekent niets zonder de ander, blootgesteld aan de vervluchtigende lucht, onverankerd, slechts zwevende tekens zonder blad, (ongemarkeerd, ongezet, ongedacht. Het is goed om u te bekennen dat ik dat wil. Dat ik ernaar smacht…)

Wat is het goed hier te zijn, bij u, in Londen, net op tijd uit Wenen ontsnapt, en te weten dat mijn dochter veilig boven zit. Het is goed om de psychoanalyse tegen haar critici te verdedigen. Kijk, nu doet u het weer. Raden of ik mij ben, of ik ben wie ik zeg dat ik ben. Typerend, typisch iets voor boekenlezers.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, in China, na negentien weken onderweg te zijn geweest uit Venetië, om een kleine steen te kopen die van een berg in Afghanistan komt en die ik mee terug zal nemen om er een chemische stof van te maken, een poeder, een pigment, dat ik zal verkopen aan een man die er de mantel van de Heilige Maagd mee zal kleuren. Onze-Lieve-Vrouwe van de commercie, de wetenschap, de slavernij, het toeval. Het is goed om je in te denken dat iemand over vierhonderd jaar neerknielt en dat blauw in verband brengt met het goddelijke, het heilige, terwijl het in feite de dood is. Het is de zuivere kleur van nutteloosheid, betekenisloosheid. Het is goed om te beseffen dat ze dat zullen ontdekken als ze hier maar lang genoeg blijven zitten, zoals alle theologen het uiteindelijk ontdekken. Het is goed om blauw te hebben om je op te concentreren terwijl de duivel je met zijn gemene schroeiende pincet stukje voor stukje, plukje voor plukje uit elkaar haalt, verkleed als echtgenoot, verkleed als zoon, verkleed als kapitaal, gekleed in wit. Het is goed om te beseffen dat onder die blauwe mantel een vrouw van vlees en bloed zit, vlekkerig, verkleumd, gekneusd, die een wind ophoudt terwijl ze hoopt dat god een beetje opschiet met zijn malle gedoe zodat zij door kan met waar ze mee bezig was, helderblauwe dag na helderblauwe dag, tot de maan de arrogante aarde uit haar ploeterende baan kust.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, en een bodempje in mijn maag te leggen, want vanavond, beste vrienden, gaan we drinken.

Bier, dan wijn, dan jenever. Eten is valsspelen, maar wíj glibberen over de ondergekotste straten naar huis in de wetenschap dat we dit brood achter de kiezen hebben, wat ons een voorsprong gaf.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, want we worden aangemoedigd te geloven dat literatuur privé is, solitair, anders dan andere kunstvormen (en daarom minder kansrijk om te overleven, afhankelijk van wie je het vraagt, ik bedoel, vraag het niet aan mij, ik vind het bijna niet te geloven dat iemand urenlang stilzit om de woorden van een vreemde in zich op te nemen en zich te laten meevoeren, ik vind het eerlijk gezegd pervers, en daarom zal de literatuur overleven).

Wat is het goed hier te zijn, in een ruimte die is ontworpen voor het uitwisselen en bediscussiëren van ideeën, want toen ideeën onwettig werden verklaard zag het ernaar uit dat we elkaar nooit meer zouden ontmoeten, maar hier zijn we, en het feit dat onze ideeën klein, plat en eenvoudig zijn, oppervlakkig, zwak, conservatief, veilig en slap, dat feit zou ons niet moeten hinderen of verontrusten, we moeten het doen met wat we hebben en dat zo vaak herkauwen dat wat we uitspugen zo van ideeën ontdaan is dat het bruikbaar is om mee te bouwen, wegen aan te leggen, kloven te dichten, te asfalteren, wapens van te maken, muren, handige opbergbakjes.

Wat is het goed hier te zijn, want mij werd verzocht vrijuit te spreken en lukraak ongefundeerde uitspraken te doen, losse flodders literair ruimteafval, dat was de bedoeling, Dat Werd Me Verzocht Door De Verantwoordelijke Persoon.

En het is weer eens iets anders, voor iemand als ik, die meestal slagzinnen voor hondenvoer schrijft. Ik verdien mijn brood door hondeneigenaars erin te luizen.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, medehondeneigenaars. Het is bekend dat uw geliefde huisdier supplementen nodig heeft om sterke botten en sterke tanden te krijgen, maar het is ook bekend dat onze trouwe viervoeters net als wij dol zijn op lekkers, dus smokkelen we supplementen – een enorme, bekroonde variëteit aan vitamines – in cuisine van restaurantkwaliteit. Ik kan u dat vertellen. Ik kan het op de verpakking schrijven. Ik kan het op een metersgroot reclamebord laten aanplakken, maar eigenlijk moet u het gewoon proeven. Daarom komen we bij elkaar, op plekken zoals hier, die ontworpen zijn voor het uitwisselen en bediscussiëren van bewerkt vlees en gegelatineerd beenmerg, en eten samen hondenvoer. Samen. Samen. God, ik dacht dat we nooit meer samen zouden zijn.

Wat is het goed hier te zijn, bij u, ten dele.

Mijn hersenen bevinden zich in een instituut in Scottsdale, Arizona, ingevroren tot de tijd daar is. Mijn benen en armen liggen in bladgoud gevat op een sokkel in het Kröller-Müller Museum in de buurt van Arnhem. Van mijn organen is Schotse bouillon getrokken, diepvries, om in de toekomst warme soep van te maken. Mijn ogen liggen in de la van het nachtkastje van mijn tante in Glasgow. Mijn haar is een pruik op het hoofd van Dola Angelica Adebowale in Lagos. Mijn kloten liggen in een kluis bij de bank. Mijn handen zijn hier, bij u, en dat is goed, want we hebben allemaal gedroomd en nagedacht over een werkelijk wereldwijd menselijk recyclingproject, en gefantaseerd over aanraking. We vroegen ons af, hier in deze ruimte, of we elkaar ooit nog zouden aanraken, en hier zijn we dan, als resultaat van de dataprocessing die het toevallige menselijk leven is op een langzaam op en neer deinende natte brok steen.

Wat is het goed hier bij u te zijn, want alles is afgelast, of uitgesteld, en de herinnering aan toen ik hier eerder was, in gesprek met Ruth, en we ideeën ontvouwden en lachten en boeken signeerden, lijkt bijna te vervagen, te ontpixelen, zich los te maken van het veranderlijke onbetrouwbare oppervlak van het geheugen; doe niet zo mal, we zijn nooit bij elkaar gekomen, hebben nooit de solitaire activiteit van het lezen tot iets gemeenschappelijks gemaakt, nooit vragen uit het publiek beantwoord, nooit in de rij gestaan om de schrijvers te ontmoeten van de boeken die ons interesseerden, om ze te bedanken, of te prikkelen, of uit te dagen. Dat hebt u verkeerd onthouden, we hebben alleen e-mails vestuurd, en online geshopt, en gewacht op kortingscodes, en onszelf op mute gezet.

Wat is het.
Goed.

Wat is het Goed.

Vertaald uit het Engels door Saskia van der Lingen


Foto: Chris Montgomery/Unsplash

Max Porter op het Passa Porta Festival

Max Porter
22.03.2021